Nieuw leven in het azc van Ter Apel: ‘Als je het mij vraagt, blijven ze allemaal hier’

Rebecca Nott in gesprek met een zwangere vrouw in het azc van Ter Apel
Rebecca Nott in gesprek met een zwangere vrouw in het azc van Ter Apel © Ariënne Dozeman
Zwangere asielzoekers zijn een kwetsbare groep. Zo komen babysterfte en complicaties na de bevalling veel vaker voor bij asielzoekers dan bij Nederlandse vrouwen. De verloskundigen in Ter Apel stellen dat de geboortezorg niet tekortschiet. Wel brengt de verplaatsing van zwangeren naar andere opvanglocaties risico’s met zich mee, zeker wanneer dit zonder overleg gebeurt.
Verloskundige Rebecca Nott heeft niet veel geslapen. Vannacht werd in het asielzoekerscentrum (azc) in Ter Apel een jongetje geboren. De moeder was pas een paar uur eerder het aanmeldcentrum binnengekomen. De nacht ervoor had het gezin uit Syrië nog in de noodopvang doorgebracht. Wanneer het kindje zich een dag eerder had aangediend, was het misschien daar geboren.

Spannende bevalling

‘De bevalling ging heel erg snel’, vertelt Nott. ‘Voor mij als verloskundige is dat ontzettend spannend, want ik had maar één consult met haar gehad.’ Bovendien was de vrouw doodop van de lange reis.
Eigenlijk is het niet de bedoeling dat zwangeren naar een noodopvang gaan, maar door de drukte bij het aanmeldcentrum is er soms geen andere oplossing. Nott: ‘Omdat ik wist waar ze verbleef, heb ik toegestemd. Ze waren pas laat in de avond in Ter Apel aangekomen en moesten gewoon een bed hebben.’
Verloskundigenpraktijk New Life begeleidt sinds 1994 zwangeren in het azc van Ter Apel en Musselkanaal. Gemiddeld gaat het om zo’n 25 vrouwen tegelijk, maar tijdens bijvoorbeeld de grote toestroom van vluchtelingen in 2016 waren het er ook wel eens zeventig. Rebekka Nott is één van de vijf verloskundigen in de praktijk. Ze begon in 2007 en heeft al geholpen bij de geboorte van honderden baby’s. En hoewel het de bedoeling is dat die bevallingen in het ziekenhuis plaatsvinden, gaat het vaak zo snel dat de baby toch in het azc geboren wordt.
De verloskundigen van New Life
De verloskundigen van New Life © Ariënne Dozeman/RTV Noord

Meer sterfte en complicaties

Het sterftecijfer van pasgeboren baby’s in de asielzoekerscentra van Ter Apel en Musselkanaal ligt zeven keer hoger dan bij Nederlandse vrouwen uit de regio. Dat blijkt uit onderzoek van Anouk Verschuuren, als basisarts en promovenda verbonden aan het UMCG. Ook hebben asielzoekers vaker complicaties na de bevalling. Het doet de vraag rijzen of de geboortezorg voor deze groep vrouwen wel goed genoeg is.
Volgens het onderzoek speelt een aantal factoren een rol, waaronder de gezondheidsachterstand van vluchtelingen. Verschuuren: ‘Vaak komen vrouwen al zwanger in Nederland aan, na een gevaarlijke vlucht zonder medische zorg.’
Verloskundige Nott erkent dat er meer sterfte en complicaties zijn in het azc, ‘maar Ter Apel is ook de eerste plek waar ze binnenkomen. Dus wij hebben alle drama bij ons op de praktijk.’ Onderweg hebben de vrouwen vaak al verschrikkelijke dingen meegemaakt.
Verschuuren deed onderzoek in Ter Apel en Musselkanaal. Ze gebruikte daarvoor de data van verloskundigenpraktijk New Life. Uit deze cijfers bleek onder meer dat tussen 2012 en 2016 3,6 procent van de kinderen die werden geboren in de asielzoekerscentra in Ter Apel en Musselkanaal, overleed. Onder kinderen van moeders in Noord-Nederland was de sterfte in dezelfde periode 0,6 procent.

Gat in de zorg

Volgens Nott hoeft niemand zich zorgen te maken over de geboortezorg in Ter Apel: ‘Ik denk dat we het ontzettend goed doen, dat we het voorbeeld moeten zijn voor de rest van Nederland.’ Het grootste probleem is volgens Nott de overplaatsing van zwangeren naar andere asielzoekerscentra. Ook in het onderzoek van Verschuuren wordt dit benoemd, omdat de continuïteit van zorg daardoor in gevaar komt.
Iedere woensdag checken we samen met mensen van het COA de nieuwe lijst, dan zie ik vaak pas dat vrouwen naar elders zijn verplaatst
Rebecca Nott, verloskundige in het azc
Nott: ‘Tot zes weken voor de uitgerekende datum en vanaf zes weken na de bevalling, mogen vrouwen op transfer.’ Deze verplaatsing wordt niet vooraf met de verloskundigen besproken. ‘Iedere woensdag checken we samen met mensen van het COA de nieuwe lijst, dan zie ik vaak pas dat vrouwen naar elders zijn verplaatst. Als ik niet weet dat mensen weggaan, dan ben ik ze kwijt en heb je een gat in de zorg.’
Zodra Nott weet waar een vrouw naartoe is, moet ze zorgen voor een goede overdracht naar de verloskundige aldaar. Dit kost veel tijd. Soms staan er ziekenhuisafspraken gepland die in allerijl weer afgezegd moeten worden.

Moeite met vertrouwen

Maar het verplaatsen van de vrouwen is volgens Nott ook medisch onverantwoord. Niet in elk asielzoekerscentrum is de zorg even goed geregeld. De vrouwen spreken vaak geen Engels of hebben moeite met vertrouwen. Hun weg vinden op een nieuwe plek met nieuwe zorgverleners is daarom moeilijk. Daardoor weten ze bijvoorbeeld niet wie ze kunnen bellen in geval van nood of vragen ze niet op tijd om hulp.
Nott vindt dat het van de verloskundige moet afhangen of een vrouw op transfer kan. Maar het liefst ziet ze dat vrouwen helemaal niet worden overgeplaatst. Nott: ‘De IND is bezig met waar een vrouw staat in haar procedure en dat ze dus door moet naar een andere locatie. Maar vanuit mijn medische achtergrond vind ik dat een vrouw moet blijven.’
‘Als je mij vraagt naar de ideale situatie, dan blijven ze allemaal hier in Ter Apel’, zegt Nott. Haar team van verloskundigen, maar ook de COA-medewerkers en kraamverzorgsters van het Groene Kruis, doen er volgens haar alles aan om zo goed mogelijk voor de zwangeren te zorgen. Nott: ‘Het COA heeft hard gewerkt om voor de zwangeren een mooie plek te creëren met goede begeleiding.’
Rebecca Nott met een pasgeboren baby'tje
Rebecca Nott met een pasgeboren baby'tje © eigen foto

Zeventien weken zwanger

Mariam Mossi (32) is zeventien weken zwanger van haar tweede kindje. Terwijl haar 4-jarige zoontje Tehseen op de grond van de spreekkamer in het gezondheidscentrum van het azc zit te spelen, vertelt ze in het Engels haar verhaal. In 2016 vluchtte ze van Burundi naar Griekenland. Na vier jaar krijgt ze te horen dat ze het land uit moet. ‘Mijn man was in Nederland. Ik was alleen met mijn zoon, zonder papieren. Het was winter en ik had geen idee hoe ik het land uit moest komen, maar dat was volgens de autoriteiten niet hun probleem.’
Afrikaans vrouwen weten soms niet hoe ze zwanger zijn geworden of hoe de baby er straks uit komt
Rebecca Nott, verloskundige in het azc
Met hulp van de moskee weet ze naar Nederland te reizen, in Heerlen wordt ze herenigd met haar man. Ze raakt opnieuw zwanger, maar tussen haar en haar man gaat het niet goed. Zo belandt ze alleen met haar zoon in Ter Apel.
Mossi is op het moment dat we haar spreken vier dagen in het aanmeldcentrum. Daarvoor werd ook zij een paar nachten van noodopvang naar noodopvang gebracht. Tot ze zich niet goed voelde, vertelde dat ze zwanger was en vroeg of er iemand kon onderzoeken of alles goed was met haar en de baby. Of de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), die de eerste registratie doet van alle mensen die zich melden in Ter Apel, eerder wist dat ze zwanger was blijft onduidelijk. Nott pleit er al jaren voor dat de IND standaard aan alle vrouwen bij aankomst vraagt of ze zwanger zijn.
Wat Mossie nu het meest van alles nodig heeft, zegt ze, is een plek waar ze zich veilig voelt. Zodat ze zich zonder stress voor kan bereiden op de bevalling. Ze schrikt dan ook wanneer Nott uitlegt dat het goed mogelijk is dat ze wordt overgeplaatst naar een ander asielzoekerscentrum elders in Nederland.

Gebrek aan kennis

Behalve de overplaatsingen spelen andere factoren ook een rol. Verschuuren legt uit dat het Nederlandse systeem uitgaat van de eigen verantwoordelijkheid van de vrouw: ‘Als ik als zwangere vrouw me niet goed voel, dan bel ik zelf de verloskundige.’ De vrouwen in het azc weten vaak veel minder goed waar ze de juiste hulp of informatie kunnen krijgen. Ook verloopt de communicatie met zorgverleners vaak moeilijk, door een taalbarrière, cultuurverschillen of wantrouwen. Er kan wel gebruik worden gemaakt van een tolkentelefoon, maar dat is niet ideaal. Nott: ‘Afrikaanse vrouwen weten soms niet hoe ze zwanger zijn geworden of hoe de baby er straks uit komt.’ Het kost Nott en haar collega’s ontzettend veel inspanningen om ze te leren wanneer ze haar moeten bellen.
Verschuuren geeft het voorbeeld van een vrouw die op vrijdagavond groen-gelig vruchtwater verloor, een teken dat het kindje in het vruchtwater heeft gepoept en reden om meteen het ziekenhuis te bellen. Deze vrouw ging pas op maandagochtend naar een medewerker van het COA, het kindje was toen al overleden. Verschuuren: ‘Je weet natuurlijk niet hoe het was afgelopen als ze had geweten wie te bellen op vrijdagavond, of het dan voorkomen had kunnen worden.’

Groepszorg als oplossing

Groepszorg zou de vrouwen kunnen helpen, ook in Ter Apel is hiermee gestart. Individuele zwangerschapscontroles worden hierbij vervangen door groepssessies. Zo is er meer uitleg mogelijk over de zwangerschap en de bevalling, maar creëer je ook een sociaal vangnet. Nott: ’Als we vrouwen bij elkaar brengen die dezelfde taal spreken, dan leren ze elkaar wanneer ze mij moeten bellen.’ Ook een buddy-systeem, waarbij zwangeren gekoppeld worde aan een ex-vluchteling of coassistent, kan goed werken.

Honderden baby’s

Nott: ‘Ik kan een boek schrijven over alle complicaties waarin ik kinderen ben kwijtgeraakt.’ Zoals de vrouw die tijdens haar vlucht vruchtwater was verloren na een schop in haar buik. Eenmaal bij Nott op consult was ze al drie dagen in Ter Apel, de baby van 28 weken leefde niet meer. Nott: ‘Dan denk ik, misschien had ik iets kunnen doen als ze mij had gebeld op het moment dat ze in Ter Apel binnenkwam.’
Thuis op de bank huilt Nott erom. Toch blijft ze het werk met passie en overtuiging doen, want tegenover de intens verdrietige verhalen staan de honderden baby’s die in haar handen veilig ter wereld kwamen.