Aldel weg uit Delfzijl, hoe erg is dat eigenlijk?

De (lege) productiehal van Aldel
De (lege) productiehal van Aldel © Elwin Baas/RTV Noord
Aldel dicht. Dat is flink balen voor de werknemers die hun baan hebben verloren. Maar stel dat het bedrijf helemaal uit Nederland verdwijnt, hoe erg is dat eigenlijk? ‘Het is funest voor de economie van Nederland.’
Dat er een kleine tweehonderd banen verdwijnen is een klap voor de werkgelegenheid in de regio. Het is maar goed dat bedrijven in de buurt staan te springen om mensen en veel van de ontslagen Aldellers zo weer nieuw werk hebben.
Ook toeleveranciers en onderaannemers worden getroffen. En kijken we nog even verder vooruit, dan zijn de gevolgen nog veel ingrijpender, waarschuwen de gezamenlijke metaalbedrijven, de vakbond en - uiteraard - Aldel zelf.

Kans op overleven

Nadat eerst oktober vorig jaar de electrolyse al werd afgeschakeld ging drie weken geleden ook de smelterij dicht. Damco Aluminium Delfzijl, de officiële naam voor Aldel, gaat in de mottenballen en de hoop is dat ergens volgend jaar, wanneer de energieprijzen wat zijn gedaald de zaak weer kan worden gestart.
Maar de kans dat Aldel na een geschiedenis van veel ups en downs nu vanwege de torenhoge energieprijzen definitief het loodje legt is aanwezig. Hoe groot de kans van overleven wordt ingeschat, dat hangt ervan af aan wie je het vraagt.
’Fifty-fifty’, zegt vakbond FNV, ’zeer problematisch’, antwoordt branchevereniging Metaal Nederland. Financieel directeur Eric Wildschut van Aldel waagt zich liever niet aan een voorspelling.
Een medewerker in de fabriek (archief)
Een medewerker in de fabriek (archief) © Elwin Baas/RTV Noord
Hij klampt zich vast aan de hoop dat Nederland, net als bijvoorbeeld Duitsland, Frankrijk en België, zware industrie en energie-intensieve bedrijven als Aldel te hulp schiet. Want daar hangt voor een groot deel het overleven van de aluminiumfabriek vanaf.
De helft van alle aluminium- en zinkproductie is al stopgezet
Sekhar Lahiri - directeur Metaal Nederland
‘We lopen het risico het hele industriële weefsel in Nederland en Europa te verliezen’, is het sombere vooruitzicht dat directeur Sekhar Lahiri van Metaal Nederland schetst, de koepel van metaalbedrijven. ‘De helft van alle aluminium- en zinkproductie is al stopgezet. Duurt dat voort, dan sluiten fabrieken definitief. Dat zijn zorgelijke ontwikkelingen.’

Afhankelijk van China

Nu al vergroot het de importafhankelijkheid, zegt Lahiri. Want bedrijven die aluminium afnamen van Aldel zijn gedwongen dit momenteel tegen hogere prijzen uit het buitenland te halen. ‘Dat is iets wat de EU niet wil want die streeft naar strategische autonomie, niet alleen voor gas maar ook voor metalen.’
Lahiri wijst erop dat afkalven van onder meer aluminiumproductie ertoe zal leiden dat Nederland op termijn meer en meer is aangewezen op import uit landen als China en India.
Bovendien haalt verdwijnen van metaalindustrie, met circa zestigduizend werknemers, volgens Metaal Nederland het hele verduurzamingsproces onderuit. Lahiri: ‘Er komt de komende decennia veel metaal vrij uit blikjes, uit auto’s, gebouwen enzovoorts. Als onze eigen basismetaalindstrie er niet meer is om dit metaal om te smelten en te recyclen wordt dat schroot verscheept naar het buitenland. Waardoor we nog verder van import afhankelijk worden.’
Strategisch allemaal geen goede keuze, stelt de brancheclub. ‘Wij moeten die industrie koesteren’, aldus Lahiri. ‘Dat proberen we voortdurend duidelijk te maken in Den Haag en Brussel.’
We moeten die industrie koesteren
Metaal Nederland
‘Je hebt als land nou eenmaal basisindustrie nodig’, zegt ook Masja Zwart van vakbond FNV. ‘Een bedrijf als Aldel staat aan het begin van een keten. Valt die productie weg, dan kunnen we dus ook geen auto’s of kozijnen meer maken van eigen aluminium en kan de auto-industrie of de bouw zomaar stil komen te staan.’
Aldel van boven
Aldel van boven © Koos Boertjens
Inderdaad, beaamt Zwart, de grootindustrie is vervuilend en gebruikt bakken energie. ‘Maar in veel mindere mate dan in China, India of Brazilië’, zegt ze. ‘En dan moet het ook allemaal nog naar Europa wordt verscheept. Wanneer Nederland verantwoordelijkheid neemt en oog heeft voor het milieu wereldwijd, dan zorgen we dat ook de aluminiumindustrie hier blijft.’
Noodkreet van Metaal Nederland
Staatssteun aan bedrijven is verboden in de EU. Maar die heeft dit voorjaar de hoge energieprijzen als een uitzonderingssituatie bestempeld. Duitsland onder meer tuigde in korte tijd een regeling op zodat bedrijven in mei al een beroep konden doen op Berlijn voor kapitaalhulp of krediet.
‘Nederland laat die kans onbenut’, zegt directeur Sekhar Lahiri van Metaal Nederland. ‘Het is onduidelijk waarom Den Haag van steun afziet.’

De deze week in het leven geroepen Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) geldt slechts voor het midden- en kleinbedrijf. Grotere bedrijven vallen erbuiten. Lahiri: ‘Wij kunnen dat onderscheid niet volgen, we zitten allemaal in hetzelfde schuitje en zijn allemaal slachtoffer van de hoge energieprijzen.’

Zolang de Nederlandse overheid echter niet bijspringt, is een scenario waarin energie-intensieve industrie afkalft reëel.
In Nederland kunnen bedrijven wel hulp krijgen wanneer ze vergroenen. Maar steun zoals grootindustrie in Frankrijk of Duitsland ontvangt zit er tot nog toe niet in.

Niet levensvatbaar

Daarmee volgt het kabinet wat economen van De Nederlandse Bank (DNB) vinden. Ze gaan ervan uit dat de energieprijzen nog wel een tijdlang hoog blijven. En omdat steun niet tot in het oneindige door kan gaan moeten we volgens de DNB accepteren dat energie-intensieve industrie niet langer levensvatbaar is in Nederland.
Steun aan bedrijven die het mogelijk toch niet redden, past volgens DNB ook niet in een tijd van inflatie en krapte op de arbeidsmarkt, waar andere sectoren om personeel zitten te springen.
Daar komt bij dat het aantal werknemers in de industrieën die het meest hebben te lijden onder de hoge gas- en stroomprijzen door DNB als vrij gering wordt bestempeld; het gaat om 3,3 procent van alle werknemers samen.

Oneerlijke concurrentie

‘Het advies van DNB gaat uit van een beleid dat ophoudt bij de grens’, zegt financieel directeur Eric Wildschut van Aldel. ‘Maar dat is natuurlijk onzin. We zitten in de EU en als andere landen wel steun verlenen is dat oneerlijke concurrentie.’
‘Wanneer in een bedrijf verkeerde beslissingen worden genomen en het valt om, dan is dat terecht’, aldus de Aldel-directeur. ‘Wat er nu met de energieprijzen gebeurt heeft niks meer met ondernemersrisico te maken. Het argument dat Aldel dus maar moet omvallen als het de hoge prijzen niet kan weerstaan, gaat daarom niet op.’
Je kunt de economie niet laten draaien op alleen maar bankiers, notarissen en verzekeraars
Eric Wildschut - Aldel
Wildschut: ‘Je kunt niet de economie laten draaien op alleen maar bankiers, notarissen en verzekeraars. Je hebt ook maakindustrie nodig, want er moet wel wat te bankieren zijn en de verzekeraars moet wel wat te verzekeren hebben. Laat je de industrie verdwijnen dan is dat funest voor de nationale economie.’
Samen met branchevereniging Metaal Nederland hoopt Wildschut dat het kabinet nog bijdraait. Voor burgers en het mkb ligt er sinds maandag een energiesteunpakket dat hen door 2023 heen moet slepen.
‘En dan wij nog, dat zou een logische stap zijn’, zegt Wildschut. “Ik merk wel dat er steeds meer goede vragen worden gesteld in de Tweede Kamer. Zowel Pieter Omtzigt als de VVD noemden Aldel specifiek. Ze vragen zich af waarom we zulke mooie bedrijven laten gaan.’
Bedrijven in de rij voor Aldel-personeel
Een aantal van de 187 ontslagen Aldel-medewerkers heeft inmiddels een nieuwe baan. Voor het personeel dat nog op zoek is naar nieuw werk was er afgelopen dinsdag in de Aldel-kantine een banenmarkt met 24 bedrijven. Dat hadden er volgens Aldel-directeur Wildschut ook wel 35 kunnen zijn. Zo groot was de belangstelling, maar meer ruimte bood de kantine niet.

Er waren industrie- en metaalbedrijven, ondernemingen uit de automobielbranche, beveiligingsbedrijven en uitzendbureaus. Hoewel het voor de meeste Aldel-werknemers waarschijnlijk geen probleem is ander werk te vinden, schat vakbond FNV dat tussen de veertig en vijftig van hen vanwege leeftijd of opleidingsniveau langer nodig zullen hebben.