Nieuw dna-onderzoek wijst verdachte aan in Drentse zedenzaak

Een medewerker van het NFI bezig met dna-onderzoek (archief)
Een medewerker van het NFI bezig met dna-onderzoek (archief) © Niels Wenstedt/ANP
Een nieuw dna-onderzoek, waarmee het verschil in het vrijwel identieke erfelijk materiaal van eeneiige tweelingen kan worden vastgesteld, heeft voor een doorbraak gezorgd in een zedenzaak die zich afspeelde bij Schipborg.
De 28-jarige Rick K. uit Zuidlaren wordt verdacht van het verkrachten van een 76-jarige vrouw in juli 2019 in een natuurgebied bij Schipborg. De man is de helft van een eeneiige tweeling en hij wijst zijn broer aan als mogelijke dader.

Onderzoekers vinden verschillen

De rechtbank in Assen besliste in augustus 2020 dat dit nieuwe dna-onderzoek moest worden verricht. Maandag legden de onderzoekers de uitkomsten voor aan de rechtbank in Assen. Volgens hen zijn er vijf bruikbare verschillen gevonden in het dna-materiaal van de eeneiige broers. Dat meldt RTV Drenthe.
Hierdoor kan nagenoeg met zekerheid het gevonden dna op de kleding van de vrouw gelinkt worden aan de juiste persoon, de 28-jarige Rick K. Het is volgens het NFI meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker dat het zijn dna is en niet dat van zijn broer. Dat is de hoogste bewijskracht die het NFI kan rapporteren.

Doorbraak

Tot dusver kwam in strafzaken waarbij eeneiige tweelingen waren betrokken en de bewijslast uitsluitend bestond uit een dna-spoor, vrijwel altijd tot een vrijspraak. Eenvoudigweg, omdat de rechter het spoor op basis van een standaard dna-onderzoek niet kon toeschrijven aan de ene of de andere helft van de tweeling. Dit is de eerste keer dat die impasse in een strafzaak is doorbroken.