Verhoor Rutte: premier praat veel, maar zegt weinig

Minister-president Mark Rutte tijdens zijn verhoor
Minister-president Mark Rutte tijdens zijn verhoor © Kees van de Veen/ANP
‘Dat kan ik niet precies reconstrueren.’ ‘Dat was aan de vakminister.’ ‘Daar was ik niet bij betrokken.’ Het vijf uur durende verhoor van minister-president Mark Rutte was een moeizame.
Het zorgde voor zichtbare frustratie bij de parlementaire enquêtecommissie. Had de premier wel de notulen van de ministerraad gelezen ter voorbereiding? Hij was zich er toch wel van bewust dat hij onder ede stond? Niet eerder reageerde de commissie zo geïrriteerd op gebrekkige herinneringen van getuigen.
Wat Rutte wel zegt? Hij heeft pas laat door hoe groot de verontwaardiging over de hoge gaswinning na Huizinge is. In 2018, vijf jaar later, realiseert Rutte zich ‘hoe bizar’ dat was. Een krantenartikel doet hem beseffen wat het betekende voor Groningen. ‘2018?’, vraagt commissielid Peter Kwint met hoorbare verwondering. ‘Ja’, antwoordde de premier. Toen kwam het ‘als een dreun in het gezicht’ binnen.
Waarom greep het kabinet niet in en waarom werd de winning niet minder? Er speelden volgens Rutte in die tijd telkens drie vragen: wat levert het op, wat betekent het voor de leveringszekerheid en wat doet het met de veiligheid?

Vastgelopen versterking valt niemand te verwijten

Over dat laatste was op dat moment nog maar weinig te zeggen, en dus staat Rutte nog steeds achter het besluit om in dat jaar veertien onderzoeken uit te laten voeren. Toenmalig minister Henk Kamp stond er ook achter, maar zei in zijn verhoor dat hij spijt heeft niet in te hebben gegrepen bij de hoge winning.
De commissie probeerde na 66 verhoren nu van Rutte te horen waarom de versterkingsoperatie zo moeizaam loopt. Maar dat ‘valt niemand te verwijten’, vond de premier. Het was vooral een ‘ongelofelijk complex dossier’ geworden. ‘We hebben geen toverstokje om het te versnellen.’
Lag het misschien aan het feit dat de aanpak van de versterking tien jaar lang telkens opnieuw verandert? De commissie somde zeven wisselingen op tussen een gebiedsgerichte aanpak en een aanpak waar alleen de onveilige huizen eerst worden aangepakt.
‘Als je het zo formuleert, dan denk je dat het invloed heeft’, zei Rutte. ‘Maar de vraag is hoe groot die invloed is. Het klinkt misschien merkwaardig, maar naar mijn overtuiging is dat beperkt.’ Toch hoopt hij dat de commissie niet komt met aanbevelingen dat de strategie weer anders moest. ‘Want in mijn ervaring leidt elke verandering tot vertraging.’ Hij weerspreekt dus zijn eigen punt. Zo liet de premier de commissie en de volgelopen publieke tribune regelmatig verward achter.

Ontmoetingen met Shell-top

Rutte heeft regelmatig een ontmoeting met Shell-topman Ben van Beurden. De premier noemt hem ‘een hele fatsoenlijke man’ en ‘heel betrouwbaar’. Van Beurden noemt de premier eerder op de dag tijdens zijn verhoor ‘een vriend’. Maar Rutte neemt dat woord niet in de mond. Hij hecht eraan goede relaties te hebben met het bedrijfsleven ‘omdat die van essentieel belang zijn’. Het contact met Van Beurden vindt Rutte ‘zeer plezierig’.
Op persoonlijk vlak is de sfeer goed, maar zakelijk zijn er regelmatig conflicten. Als in 2017 duidelijk wordt dat NAM-medewerkers strafrechtelijk vervolgd kunnen worden, willen Shell en Exxon-bazen Van Beurden en Darren Woods direct om tafel met premier Rutte.
De aandeelhouders stellen voor dat er een winningsplicht komt, waardoor de NAM verplicht wordt een bepaalde hoeveelheid gas te winnen. Zo kan personeel niet strafrechtelijk worden vervolgd. Die plicht komt er eerst niet, waardoor het geschil hoog oploopt. ‘Dan dienen we wel een winningsplan in van nul’, zegt Van Beurden. ‘Als het er niet komt, dan mag de overheid de NAM houden van mij. Dan wil ik er niks meer mee te maken hebben.’ Na een aantal maanden komt die winningsplicht er alsnog.

Spijt en vertrouwen

Van Beurden spreekt aan het einde van zijn verhoor over gevoelens van ‘spijt, verdriet en schaamte’ als hij naar de rol van Shell in Groningen kijkt. Volgens de topman probeerde het bedrijf te lang het probleem in Groningen op te lossen in plaats van het te begrijpen. ‘Dat is een verkeerde gedachte geweest. Ik had eerder en harder in moeten grijpen. Het heeft te lang geduurd.’
Premier Rutte constateert aan het einde van zijn verhoor dat het vertrouwen van Groningers inmiddels tussen de -30 en -100 ligt. Dat is volgens hem terecht. ‘Het heeft geen zin om tegen Groningers te zeggen: vertrouw ons. Het enige wat we kunnen doen is proberen, samen met Groningen, de versterking vorm te geven en de achterstand bij schadeherstel goed op te lossen.’
Rutte: 'De versterkingsoperatie is het grote drama'