Gezichten van de zorg: 'Ik doe mijn werk met hart en ziel'

Met poppetjes beeldt de jeugdbeschermer uit hoe een kind tussen twee ouders kan komen te staan bij een complexe scheiding
Met poppetjes beeldt de jeugdbeschermer uit hoe een kind tussen twee ouders kan komen te staan bij een complexe scheiding © Eigen foto
De zorg worstelt met grote personeelstekorten. Het werk staat te boek als zwaar en slecht betaald. Maar ook als dankbaar en onmisbaar. Wie zijn de verpleegkundigen, verzorgenden en begeleiders die wel elke dag het werk oppakken? In deze verhalenreeks loopt RTV Noord een dagje mee met vier van hen. Vandaag jeugdbeschermer Inge.
In dit tweede verhaal van deze serie geen letterlijk gezicht. Jeugdbeschermer Inge (echte naam bekend bij de redactie) kiest ervoor om anoniem te blijven. Van doodsbedreigingen tot mishandelingen, jeugdbeschermers maken van alles mee. Met je eigen naam in de pers kan gevaarlijk zijn. Maar ook kinderen en ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat hun verhaal veilig is. Details in de verhalen die in dit artikel verteld worden zijn dan ook veranderd, zodat niet te herleiden valt over wie het gaat.

'Je moet wel gek zijn'

‘Je moet wel gek zijn om hier te komen werken’, zegt een jeugdbeschermer met een brede grijns. Het is dinsdagochtend, tijd voor het wekelijkse teamoverleg. Er start een nieuwe collega, gelukkig maar, want er hebben er ook net twee hun vertrek aangekondigd. Het is deze ochtend de vraag wie hun casussen over gaat nemen.
Inge (50) is ruim twintig jaar jeugdbeschermer. Wanneer de kinderrechter besluit dat de opvoeding en verzorging binnen een gezin niet goed gaat, komt er een zogenoemde ondertoezichtstelling (OTS). Vanaf dat moment is de jeugdbeschermer er voor het kind, en gaat samen met het gezin op zoek naar oplossingen. Wat is er nodig om de boel weer op de rit te krijgen?
Makkelijk is het werk niet, en op waardering hoef je meestal niet te rekenen. De verwensingen van boze ouders, de vaak negatieve verhalen in de media, je moet er tegen kunnen volgens Inge: ‘Je wilt niet weten welke bagger er allemaal op Facebook staat.’

Rennen van afspraak naar afspraak

‘De kinderen Rojas staan ook op rood, wie kan dat doen?’, vraagt een collega. Wekelijks wordt in klein comité gekeken welke nieuwe casussen er zijn, en wie ze op kan pakken. ‘De moeder van dat gezin heeft veel psychiatrische problemen, misschien iets voor Marco?’ - ‘Mulder is ook een pittige zaak, daar eist de rechter twee voogden.’
Gedurende de dag rent Inge van afspraak naar afspraak, de telefoon staat eigenlijk nooit stil. Er zijn veel kinderen die hulp nodig hebben, en maar weinig jeugdbeschermers om die hulp te bieden. Iedereen werkt meer uren dan in zijn/haar contract staat, en ziek zijn is geen optie. Wanneer de rechter een OTS uitspreekt, moet een jeugdbeschermer binnen vijf dagen bij het gezin langsgaan. Om te kijken welke risico’s er zijn, en welke hulp nodig is. Inge geeft toe dat dit niet altijd lukt.

Uithuisplaatsing als laatste redmiddel

Soms worden kinderen uit huis geplaatst. Inge: ‘We doen dat alleen als we honderd procent zeker zijn dat het echt niet anders kan, alles is geprobeerd, en het kind niet langer veilig is.’ Of zoals haar collega het treffend zegt: ‘De beste of makkelijkste keuze ligt dan al kilometers achter ons.’
Dat is pittig, zeker als het gaat om een crisissituatie
Inge - over een gedwongen uithuisplaastsing
Een gedwongen uithuisplaatsing wordt opgelegd door de kinderrechter. Het zijn de jeugdbeschermers die de kinderen gaan ophalen. Inge: ‘Dat is pittig, zeker als het gaat om een crisissituatie.’
Gistermiddag nog werd ze gebeld, zeven kinderen uit hetzelfde gezin moesten met spoed uit huis. De veiligheid van de kinderen was dusdanig in gevaar dat er niet gewacht kon worden. Inge: ‘Dan laat je alles uit je handen vallen, zakelijk en privé, om zo’n situatie goed te regelen.’
Heel soms worden kinderen van school opgehaald. Inge: ‘Dat doen we alleen als de kans op escalatie thuis te groot is. Mensen hebben hier snel een mening over, vinden het erg dat kinderen dan geen afscheid kunnen nemen, maar het gaat dan bijvoorbeeld om een ouder die erg agressief is. We weten dat een uithuisplaatsing traumatiserend kan zijn en willen een kind dan niet blootstellen aan nog meer trauma.'
Met poppetjes maakt jeugdbeschermer Inge de situatie aan ouders duidelijk, hier hoe het kind  tussen de vechtende ouders inkomt te staan
Met poppetjes maakt jeugdbeschermer Inge de situatie aan ouders duidelijk, hier hoe het kind tussen de vechtende ouders inkomt te staan © Eigen foto

Het doel is terug naar huis

Er wordt altijd gekeken of een kind terug naar huis kan. Inge: ‘We geven ouders altijd een kans. En ook wanneer thuis wonen niet meer gaat, zoeken we naar het maximaal haalbare richting de ouders.’ Juist de samenwerking met de ouders is belangrijk, ‘we zetten hen niet buitenspel.’ Maar het allerbelangrijkste is wat het kind nodig heeft om veilig op te groeien.

Het gezinshuis

Samen met collega Manon rijdt Inge naar een gezinshuis. De autorit wordt gebruikt om snel een boterham te eten en telefoontjes te beantwoorden. Bijna altijd zijn het schrijnende verhalen, zoals de moeder die dreigt om zichzelf van het leven te beroven. Inge moet snel inschatten of ingrijpen nodig is.
Het gezinshuis is een grote boerderij op het Groningerland. Hier wonen de gezinsouders met hun vier eigen kinderen en vijf uithuisgeplaatste kinderen. Onder hen een broer en zus. De moeder van de kinderen nam haar eigen leven, vader heeft autisme en kon de zorg niet alleen aan. Hij heeft geen gezag meer en er is geen perspectief dat de kinderen nog teruggaan naar huis. Wel komt hij regelmatig op bezoek in het gezinshuis.
Pleeggezin of gezinshuis?
In een pleeggezin worden kinderen opgevangen in het gezin van mensen. In een gezinshuis werken de gezinsouders beroepsmatig met beschadigde kinderen in een huiselijke omgeving. Naast dat ze de kinderen opvoeden, bieden deze ouders ook professionele begeleiding.
Met gezinsouder Mirjam bespreken Manon en Inge hoe het met de kinderen gaat. Het meisje is somber en onzeker. Mirjam: ‘Vaak kampen kinderen met een schuldgevoel, omdat het thuis niet lukt.’ Juist daarom is het belangrijk dat ze onbelast van hun ouders mogen houden. Door te werken aan een goede band tussen het gezinshuis en de biologische ouders wordt voorkomen dat kinderen in een loyaliteitsconflict komen. ‘Ik hoop een verschil te kunnen maken voor deze kinderen. Maar ook voor hun ouders en grootouders, waarvan ik hoop dat ze zich hier welkom voelen’, vervolgt ze.
Vaak kampen kinderen met een schuldgevoel, omdat het thuis niet lukt
Gezinsouder Mirjam
Vandaar ook de tranen die bij alle drie de vrouwen opwellen als het gaat over de negatieve verhalen. Het doet pijn wanneer mensen denken dat ze verdienen aan de pleegkinderen die ze zo liefdevol in hun gezin opnemen. Manon: ‘Door alle negativiteit van buitenaf staan we al 5-0 achter wanneer we een gezin binnenkomen.’

Te lange wachtlijsten

In de ruim twintig jaar dat Inge jeugdbeschermer is, heeft ze nooit meegemaakt dat kinderen onterecht gedwongen uit huis zijn gehaald. Wel maakt ze zich dagelijks zorgen over kinderen en ouders, omdat ze niet de hulp krijgen die ze nodig hebben, door de wachtlijsten in de zorg. Het duurt soms maanden voor ze terecht kunnen bij bijvoorbeeld een kinderpsychiater of gezinstherapie.
Zoals het meisje dat een overdosis pillen nam en eigenlijk acuut hulp nodig heeft. Of het gezin waar de ouders niet om weten te gaan met de trauma’s van hun kinderen. Manon: ‘Ik wil niet dat ze uit huis moeten, want ik heb nog hoop. Maar dan moet er wel snel hulp komen.’
Stakingen
Begin deze week startten jeugdbeschermers in heel Nederland met stakingen. Doordat er te veel jongeren per jeugdbeschermer zijn, kunnen zij niet de nodige begeleiding bieden. De werkdruk moet omlaag. Ook Inge herkent dat. Zij heeft zo’n twee uur per kind per week, 'veel te weinig'.
‘Soms denk ik wel eens dat Nederland geen idee heeft waar we mee te maken hebben’, zegt Manon. ‘Zolang we niet doorhebben dat dit de verhalen zijn waar we op bezuinigen, wordt het alleen maar het erger. En wij krijgen de schuld.’
Met legopoppetjes maken jongeren duidelijk: wie staat er om mij heen, en wat is belangrijk voor mij
Met legopoppetjes maken jongeren duidelijk: wie staat er om mij heen, en wat is belangrijk voor mij © Eigen foto

Vrijwillig

Voordat de jeugdbeschermer in beeld komt, hebben gezinnen vaak al een heel traject achter de rug in het zogenoemde ‘vrijwillig kader’. Dat is de jeugdhulp die vanuit de gemeente wordt georganiseerd, en is zoals het woord al zegt op vrijwillige basis. Deze hulp is volgens Inge vaak te vrijblijvend, ook is er niet altijd genoeg kennis van zaken. Wanneer een ouder geen hulp wil, en bijvoorbeeld niet op afspraken komt, blijft het aanmodderen.
Inge vertelt over een gezin waarin de oudste jongen van tien zorgde voor zijn twee jongere zusjes. Ze leefden voornamelijk op instant noedels. Het jongste meisje heeft een ontwikkelingsachterstand, aan haar houding is te zien dat ze vooral voor een scherm in de Maxi-Cosi heeft gezeten. Beide ouders hadden een alcoholprobleem. Doordat ze jaren hulp hebben geweigerd is de ernst van de situatie lang onder de radar gebleven.

Niemand slaat expres zijn kind

‘Meld mij dat je mijn kind uit huis komt halen, en ik vecht als een leeuwin’, zegt Inge. Ze begrijpt de machteloosheid en het verdriet van ouders, vaak geuit in woede.
Inge kijkt verder dan die eerste ruwe emotie. Zoals de vader die scheldend en tierend binnenkwam, met naar eigen zeggen ‘al een half krat bier op, om rustig te blijven.’ De kinderen begonnen het agressieve gedrag over te nemen en waren op geen enkele school nog welkom.
Na jaren ondertoezichtstelling is vader nu gestopt met drinken, en gaan de kinderen weer naar een gewone school. Inge: ‘Geduldig zijn, niet veroordelen, en bovenal mens blijven. Want niemand slaat expres zijn kind.’ Ouders worstelen in de meeste gevallen zelf met trauma’s. Hen laten inzien dat het daarom nu even niet lukt met de kinderen, is een van de lastigste dingen, maar wel de sleutel naar verandering.

Niet objectief

Terug op kantoor volgt een multidisciplinair overleg. Samen met een gedragswetenschapper bespreken verschillende jeugdbeschermers belangrijke beslissingen. Bijvoorbeeld of een gezagsbeëindiging nodig is.
Ouders die onder toezicht staan hebben vaak het gevoel dat de jeugdbeschermer bevooroordeeld is. Inge legt uit dat zij beslissingen nooit alleen maakt. ‘Tijdens zo’n interdisciplinair overleg wordt er heel kritisch naar elkaar gekeken. Zijn er geen blinde vlekken? Is alles geprobeerd?’ Informatie over een gezinssituatie krijgt ze vanuit een heel netwerk, zoals de ouders zelf, de school en hulpverleners. Er is altijd hoor- en wederhoor. Inge: ‘We plaatsen niet zomaar kinderen uit huis, en sowieso moet er altijd uitspraak gedaan worden door de kinderrechter. Hij toetst of ons verzoek terecht is.’

De lichtpuntjes zien

‘Sommige collega’s durven op een verjaardag niet meer te vertellen wat voor werk ze doen’, vertelt Inge. ‘Ik niet, ik ben trots op mijn werk en doe het met hart en ziel.’
En inderdaad moet je volgens haar een beetje gek zijn om dit werk te doen. Het is de kunst om in alle ellende de lichtpuntjes te zien. Zoals het meisje dat ze al bijna haar hele leven begeleidt, die nu zelfstandig in de maatschappij staat. Of de band die, ondanks alles, toch ontstond tussen moeder en zoon. ‘Dan merk je hoe belangrijk je bent geweest. Omdat je bleef, hoe gek het ook werd’, zegt ze.
‘We komen bij de meest kwetsbare gezinnen’, vult haar collega Manon aan, ‘waar iedereen de hoop al heeft opgegeven.’ Om vanuit alle weerstand die er is, toch nog ergens hoop te vinden en iets te bereiken, daar doen ze het voor.