Industrie Eemsdelta vreest domino-effect van omvallende bedrijven

Aluminiumproductie bij Aldel in Delfzijl
Aluminiumproductie bij Aldel in Delfzijl © ANP
Aldel onderuit, PMC al weken in surseance van betaling, ESD-SIC dat op een laag pitje draait, BioMCN dat de productie aanzienlijk heeft afgeschaald. De zorgen over de energie-intensieve industrie in onze regio zijn groot. De vrees bestaat dat bedrijven elkaar, hun klanten en toeleveranciers mee naar beneden trekken.
Met het faillissement van Aldel zijn de eerste paar honderd banen gesneuveld. En wanneer het Rijk nu niet de helpende hand toesteekt, dan dreigen meer bedrijven zwaar in moeilijkheden te komen door de torenhoge energieprijzen. Daarvoor waarschuwen de Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta (SBE) en de Industrietafel Noord-Nederland in een brandbrief aan de ministers Micky Adriaansens van Economische Zaken en Rob Jetten voor Klimaat en Energie.
‘Er moet wat gebeuren. De zorgen zijn echt groot en de gevolgen kunnen blijvend groot zijn’, vat directeur Frans Alting van de Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta de situatie samen. De bedrijven waar Alting het over heeft zijn samen goed voor zo’n 35.000 banen in de regio Chemport Europe, met clusters in Delfzijl, de Eemshaven en Emmen.

Noodkreet van industrie-organisaties

De grootse vrees is een domino-effect. Doordat bedrijven in de industrieclusters veel gebruik maken van elkaars halffabricaten, reststoffen of energie, heeft stopzetten of verminderen van productie direct consequenties voor andere ondernemingen.
‘Dit domino-effect heeft grote gevolgen voor de regionale economie, de beschikbaarheid van producten en dus de burger’, aldus de noodkreet van de regionale industrie-organisaties. Ze wijzen erop dat er voor de burger en ook voor het mkb energiehulp is, maar dat het grootbedrijf het zonder moet stellen.
Die hechte verwevenheid maakt het industriecluster sterk, maar de afhankelijkheid maakt tegelijk kwetsbaar. En het strekt zich ook uit naar allerlei andere sectoren, maakt Nedmag-directeur Bert Jan Bruning duidelijk. Het bedrijf in Veendam maakt onder meer zout voor kaasproductie. ‘Wij zijn een van de weinigen die dat zout met voedingskwaliteit maken. Valt bij ons de productie stil, dan heeft dat impact in de zuivelindustrie.’
Blijft hulp uit dan moeten we in Nederland productieprocessen stilleggen waardoor andere bedrijven erachteraan gaan
Bert Jan Bruning - Directeur Nedmag
Bruning: ‘Blijft hulp uit dan moeten we in Nederland productieprocessen stilleggen waardoor andere bedrijven erachteraan gaan.’
Voor Nedmag zelf begint per 1 januari een spannende tijd want dan eindigt het huidige vaste energiecontract. ’Dat betekent dat onze kostprijs waarschijnlijk verdubbelt en dat zal ten koste gaan van de verkopen. Want voor een aantal van onze producten zijn alternatieven in China voor de helft van onze prijs te koop', aldus directeur Bruning.

Op omvallen

Het is iets waar veel van de grotere industriebedrijven mee te maken hebben. Ze produceren voor de wereldmarkt en hebben daardoor weinig invloed op de prijs. Doorberekenen van prijsstijgingen betekent al snel dat afnemers weglopen.
Bruning signaleert dat chemiebedrijven nu al omschakelen op halffabriricaten uit bijvoorbeeld de VS, waar de gasprijs niet veel is gestegen. Ook schalen multinationals in de chemie-productie in Europa af om die buiten de EU te vergroten. ‘Dat betekent dat onze afhankelijkheid van landen buiten de EU groter wordt’, aldus Bruning.
De leidinggevenden die RTV Noord voor dit verhaal sprak, zijn wat betreft de prijs van energie zonder uitzondering weinig optimistisch over de vooruitzichten, zeker wanneer hulp van het Rijk uitblijft. ‘Het Rijk moet wakker worden’, zei Economische Zaken-gedeputeerde IJzebrand Rijzebol zaterdag in het Dagblad van het Noorden. Volgens Rijzebol zijn er na Aldel in de Eemsdelta nog vier à vijf bedrijven die dreigen om te vallen.

Onbegrijpelijk

’Voor nu kunnen we het als ESD nog overbruggen, maar zonder ondersteuning vanuit de overheid zal het erg moeilijk worden’, verklaart Gerard Krause, directeur van ESD-SIC. Hij noemt het ‘onbegrijpelijk’ dat er in Nederland niets gebeurt, ‘terwijl nagenoeg alle andere lidstaten hun industrie wel helpen’.
Grootverbruiker van energie ESD maakt siliciumcarbide, een hard slijpmateriaal. Het bedrijf heeft de productie teruggeschroefd naar zeventig procent van de capaciteit. Het zou al flink helpen wanneer de overheid de regeling voor de kostencompensatie voor hoge CO2-uitstoot voortzet en dat bedrag ook uitbetaald.
ESD wacht nog op uitbetaling van dit bedrag over 2021. Aldel kreeg dit overigens een dag nadat het aluminiumbedrijf uitstel van betaling had gekregen. Te laat om Aldel nog enig soelaas te bieden.
In Duitsland wordt wel geluisterd naar geluiden uit de industrie
Jan Henk Wijma - Directeur PMC
Purified Metal Company verkeert al wekenlang in surseance van betaling. Dat komt doordat het innovatieve recyclingbedrijf te weinig staalschroot kreeg aangeleverd. Maar los daarvan zitten ook de energieprijzen PMC nu enorm dwars.
‘Normaal zouden we tien à vijftien procent van de omzet kwijt zijn aan energiekosten. Met de geëxplodeerde prijzen voor gas en elektriciteit liep dat op naar zeventig procent’, vertelt directeur Jan Henk Wijma van PMC. ‘Onmogelijk om dan winstgevend te produceren.’
Als relatief klein bedrijf kan Wijma een beroep doen op de TEK-regeling (Tegemoetkoming Energiekosten) die het kabinet half oktober introduceerde voor het energie-intensieve mkb. Het levert PMC maximaal 160.000 euro op. ’Het helpt ons niks’, stelt Wijma vast.
Wijma vindt dat de overheid met oplossingen moet komen die bij de bedrijven passen. ‘Zoals in Duitsland gebeurt. Daar wordt geluisterd naar geluiden uit de industrie.’

Grondstoffen ook duurder

Directeur Jan Willem Eshuis van Zeolyst in Delfzijl, producent van basisstoffen voor katalysatoren, sluit zich aan bij de zorgen van zijn collega-directeuren. ‘Het is lastig voor ons’, zegt Eshuis. ‘Dat zit niet alleen in de gasprijs, maar ook in de sterk gestegen prijzen van grondstoffen, die veelal ook energie-intensief zijn geproduceerd.’ Veel van die grondstoffen neemt Zeolyst af van buurbedrijven.
Nederland prijst zich uit de markt
Frans Alting - SBE
‘Als er geen gelijk speelveld is, dan is er ook geen eerlijke concurrentie’, zegt Frans Alting van de Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta. ‘Wanneer landen om ons heen hun industrie wel helpen, krijgen bedrijven het hier erg moeilijk.’
Wat dreigt, aldus Alting, is dat vooral internationale concerns zich gaan afvragen of het nog logisch is om productie in Nederland te houden. ‘Nederland prijst zich dus uit de markt. We hebben toch geleerd van corona en nu van de oorlog in Oekraïne dat we onze afhankelijkheid moeten verminderen?’
Alting wijst op brieven van Economische Zaken-minister Adriaansen waarin ze uitlegt dat Nederland een gezonde (basis)industrie nodig heeft voor ontwikkeling van nieuwe producten en om niet al te afhankelijk te zijn van andere landen, zoals China bijvoorbeeld. Alting: ‘Het is heel mooi dat ze dat allemaal zegt. Helaas belijdt ze dat wel met de mond, maar nu moet ze overgaan tot actie.’
Wat willen de industriebedrijven?

De Samenwerkende bedrijven Eemsdelta en de Industrietafel Noord-Nederland hebben een lijst met wensen bij het kabinet ingediend. Een aantal belangrijke punten hiervan:

- Ondersteuning voor bedrijven die tijdelijk productie af moeten bouwen of stil moeten leggen

- Dat Nederland net als Duitsland en Frankrijk gebruik maakt van het EU-steunkader dat hulp aan industrie-ondernemingen toestaat

- Dat duidelijk wordt wat de effecten zijn in de basischemie en bij de productie van vitale producten wanneer een bedrijf in de keten omvalt

- Dat aanleg van infrastructuur en van de bouw en productie van duurzame energie wordt versneld

- Dat de indirecte kostencompensatie voor hoge CO2-uitstoot waar ondernemingen recht op hebben wordt uitgekeerd.