Taakstraf geëist tegen verpleegkundige (41) uit Stad voor ontucht binnen ggz-kliniek

De man was begin 2017 de persoonlijk begeleider van een vrouw uit Emmen die in de crisisopvang zat. De vrouw had ernstige psychische aandoeningen. Ze kwam binnen bij de opvang op momenten dat psychoses de overhand namen. Ze had een doorlopende behandelovereenkomst.

De liefde bloeide volgens de Stadjer pas op toen ze in maart 2017 uit de kliniek werd ontslagen. De vrouw werd vanuit huis verder behandeld. Maar in mei van dat jaar belandde ze toch weer in de crisisopvang. De seksuele relatie tussen de twee was inmiddels beëindigd.

Toen de Groninger haar weer tegen het lijf liep in de kliniek, wist hij niet dat de vrouw weer was opgenomen, zo zei hij tegen de rechter.

De vrouw vertelde tegen een andere hulpverlener wat haar was overkomen. Ze wilde geen aangifte doen. Vanuit de kliniek werd alsnog aangifte gedaan.

'Ik ben niet professioneel genoeg geweest, daar heb ik spijt van', zei de man vrijdag tegen de rechter.

Hij bekende dat hij uit verliefdheid in de kliniek telefoonnummers met haar had uitgewisseld. Daarop volgden erotisch getinte WhatsApp-berichten.

De man is inmiddels ontslagen en uit het BIG-register (een registratie van personen binnen de gezondheidszorg) geschrapt. De man ontkende dat hij haar seksueel benaderde binnen de kliniek.

De officier van justitie nam het de man kwalijk dat hij wist hoe het psychisch was gesteld met de vrouw, maar toch misbruik maakte van haar vertrouwen in hem. Hij had als behandelaar psychisch overwicht op haar. 'Hij heeft de professionele en strafrechtelijke normen overschreden', zei de officier van justitie.

De aanklaagster hield aan de andere kant ook rekening met het tijdsverloop. 'De zaak heeft domweg te lang op de plank gelegen', zei ze. Ook vond ze het meewegen dat de man inmiddels is ontslagen en uit het BIC-register is geschrapt. Desondanks eiste ze wel een beroepsverbod voor de Stadjer. 'Dit mag nooit weer gebeuren.'

Uitspraak volgt over twee weken.