Elf jaar gevangenisstraf voor moord zonder lijk in Siddeburen

Ilham Benchelh
Ilham Benchelh © RTV Noord
Kasem M. moet elf jaar de cel in voor het om het leven brengen van zijn echtgenote Ilham Benchelh in 2010. De 74-jarige man zelf blijft bij zijn onschuld.
M. werd eerder door de rechtbank in Groningen veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf.
Zijn schuld is lastig te bewijzen, omdat de ‘smoking gun’, zoals het Openbaar Ministerie (OM) het eerder noemde, ontbreekt. Het OM doelt daarmee op het stoffelijk overschot.

Zonder kind, portemonnee of telefoon

Ilham Benchelh verdween op een koude januarinacht in 2010 in haar pyjama en zonder portemonnee en telefoon vanuit de echtelijke woning in Siddeburen, verklaarde M. ‘Ze trok de deur dicht en ik heb haar nooit meer gezien.’ Hij bleef achter met hun anderhalf jaar oude zoontje. Volgens het Hof wilde Benchelh niet weg, zeker niet zonder haar kind. Sinds 10 januari 2010 heeft ze geen gebruik meer gemaakt van haar telefoon. M. moet wel betrokken zijn geweest bij haar dood, aldus het Hof. Er was niemand anders in de woning en M. meldde haar verdwijning pas vier dagen later. Hij verklaarde bovendien dat ze haar telefoon bij zich had, terwijl dat niet zo was.

Bloedsporen in auto, matras gedumpt

In de woning in Siddeburen en in M.’s auto zijn bloed- en veegsporen met het dna van Benchelh gevonden. Het matras waar zij altijd op sliep, sneed M. in stukken en dumpte hij ergens in de buurt van Hoogezand. Waarom hij dat deed, kan hij niet goed uitleggen.
Dat doet de familie van Ilham pijn. Zij zien M. als de enige persoon die antwoorden heeft. ‘We hebben liever een verhaal dat duidelijkheid verschaft dan geen verhaal’, zo lieten ze tijdens de inhoudelijke behandeling weten.

Jarenlang vertraagd

De zaak heeft jarenlang stilgelegen, omdat M. in Marokko zat. Hij woonde daar samen met hun kind. M. wilde naar eigen zeggen wel naar Nederland komen voor de inhoudelijke behandeling bij de rechtbank, maar hij mocht het land niet uit.
Uiteindelijk is hij in Marokko opgepakt en uitgeleverd aan Nederland voor de behandeling in hoger beroep.

Vijftien jaar geëist

Het OM eiste zes weken geleden vijftien jaar cel. De maximumstraf op doodslag en het wegmaken van een lijk is zeventien jaar. Omdat er twaalf jaar tussen de veroordeling en het misdrijf heeft gezeten, is het vonnis naar beneden bijgesteld.
M. kan de uitspraak nog aanvechten bij de Hoge Raad. Of hij dat gaat doen, is niet bekend.