Opinie: Groningen weer waterproof!

Marco Glastra, directeur Het Groninger Landschap
Marco Glastra, directeur Het Groninger Landschap © Marleen Annema , Jan Been/.RTV Noord
Dijkgraaf Roeland van der Schaaf van waterschap Noorderzijlvest schetste deze week hoe Nederland radicaal anders moet omgaan met de inrichting van ons land. Daarbij moeten we meer dan ooit rekening houden met het water en de bodem. In onderstaand opiniestuk geeft directeur Marco Glastra van Het Groninger Landschap vier adviezen mee aan de dijkgraaf.
Het volledige verhaal van dijkgraaf Roeland van der Schaaf lees je hier.

'We moeten aan de bak'

Heel goed dat de dijkgraaf van waterschap Noorderzijlvest Roeland van der Schaaf een duidelijk signaal afgeeft dat onze omgang met water moet gaan veranderen. Eeuwenlang leefden we in wisselwerking met het water en dat heeft ons prachtige cultuurlandschappen opgeleverd met wierden, dijken, diepen en maren. Door alle technische ontwikkelingen dachten wij de afgelopen eeuw het watersysteem te kunnen aanpassen aan onze wensen. Langzaam wordt duidelijk dat daar grenzen aan zijn. Ontwatering van veengebieden leidt niet alleen tot het vrijkomen van heel veel CO2, maar ook tot bodemdaling. Terwijl buitendijks de zeespiegel stijgt en het land niet meer kan meegroeien, omdat de hoge zeedijken verhinderen dat de zee vruchtbare klei kan afzetten. Tel daarbij op de toename van zowel piekbuien als langdurige droogte en het is duidelijk dat we aan de bak moeten.
Het mooie is dat de natuur ons kan helpen om een nieuwe balans met het water te vinden. Hoewel de dijkgraaf met zijn analyse de spijker al behoorlijk op de kop slaat, geef ik hem graag nog vier adviezen mee:

1. Van afvoeren naar vasthouden

We zijn wereldkampioen water afvoeren geworden: alles is erop gericht om het regenwater zo snel mogelijk af te voeren. En als er vervolgens in de loop van de zomer een tekort aan water ontstaat, moet dat van heinde en ver worden aangevoerd. In Noord-Nederland valt er veel meer neerslag dan alle gebruikers bij elkaar nodig hebben. Het is dus vooral een kwestie van water vasthouden. Het hoger gelegen Drents Plateau speelt hierbij een sleutelrol, daar past heel veel grondwater in. Natte natuurgebieden kunnen als geen ander water vasthouden en als de landbouw ’s winters iets hogere peilen accepteert, komen we een heel eind.

2. Van veen tot zee

Ooit stroomden alle beken vanuit Drenthe en Westerwolde naar zee. Tegenwoordig eindigen ze ergens in een kanaal. De Drentse Aa eindigt bijvoorbeeld in het Noord-Willemskanaal en de Hunze in het Winschoterdiep. Herstel van de oude beeklopen biedt grote kansen voor natuur, maar ook voor waterberging en klimaatadaptatie. Net zoals nu al gebeurt in De Onlanden en het Hunzedal rond het Zuidlaardermeer. Stel je voor: een stad Groningen met aan zowel de westelijke als de oostelijke stadsrand een stromende beek van Drenthe tot aan het Wad!
De Ruiten Aa bij Smeerling
De Ruiten Aa bij Smeerling © Marcel Kerkhof/Beeldbank Groningen

3. Vernatten van veengronden

Veengronden bestaan uit onverteerde plantenresten. Bij ontwatering gaan deze plantenresten alsnog verteren en komt veel CO2 vrij. Bovendien zakt de bodem, in grote delen van Groningen zitten we al meters onder zeeniveau. Dat is natuurlijk niet houdbaar. Nog langer wachten met het vernatten van de veengronden is niet verantwoord. Deze vernatting kan samengaan met extensivering van de landbouw, zoals we nu al zien in het Groene Hart, maar er zijn ook mogelijkheden voor het ontwikkelen van zoetwaterreservoirs met kansen voor natuur, wonen en waterwinning.

4. Meegroeiende kust

Het is vooral aan de zee te danken dat Groningen zoveel vruchtbare landbouwgronden heeft. De bouw van dijken heeft aan de afzetting van zeeklei een einde gemaakt. De buitendijkse kwelders groeien nog steeds mee met de zee, maar het achterland komt steeds lager te liggen ten opzichte van het zeeniveau. Door de zee weer gecontroleerd toe te laten, zoals nu ook al gebeurt op een aantal plekken langs de kust van de Eems, kan de kust meegroeien met de zee en ontvangen we weer vruchtbare klei die ingezet kan worden voor ophoging en verbetering van landbouwgronden.
Het is heel goed dat het waterschap nu zijn verantwoordelijkheid pakt en een rol opeist om onze provincie weer ‘waterproof’ te maken. Dat kan alleen in samenwerking met alle betrokken belangen. Natuurorganisaties als Het Groninger Landschap dragen daar graag hun steentje aan bij!