Een andere aanpak voor de acute zorg is nodig, Noord-Nederland laat zien hoe

Ambulancebroeders in een ambulance
Ambulancebroeders in een ambulance © ANP / Hollandse Hoogte / ProNews
Om de acute zorg betaalbaar en toegankelijk te houden voor iedereen, moet die anders worden georganiseerd. Dat staat in de plannen van de minister van Volksgezondheid, Ernst Kuipers. Hij zet in op betere regionale samenwerking en het concentreren van kennis. In Noord-Nederland is samenwerking al langer een belangrijk speerpunt: 'De thema's die de minister noemt, hadden wij voor onszelf al gezien.'
Wat betekenen deze ontwikkelingen voor inwoners van Groningen? Waar kan je straks terecht als je door een val je heup breekt? Over de toekomst van de spoedzorg spraken we met Wendy Koolhaas en Mariska Visser, beiden werkzaam bij het Acute Zorgnetwerk Noord Nederland (AZNN).
Wat doen AZNN en ROAZ
Het Acute Zorgnetwerk Noord Nederland (AZNN) verbindt de partijen die te maken hebben met spoedzorg in Groningen, Friesland en Drenthe. Denk aan de huisarts, ambulancezorg en ziekenhuizen, maar ook acute verloskunde, verpleeghuizen en psychiatrische instellingen. Samen regelen zij dat de inwoners in Noord-Nederland de acute zorg krijgen die ze nodig hebben. Ze maken afspraken met elkaar in het ROAZ: Regionaal Overleg Acute Zorg. Het AZNN is onderdeel van het Landelijke Netwerk Acute Zorg, dat elf regio's telt. Naast acute zorg houden AZNN zich bezig met traumazorg en de voorbereiding op rampen en crises.

Het moet anders

'Het is belangrijk om te benadrukken dat acute zorg er altijd is voor wie dat nodig heeft', zegt Wendy Koolhaas, manager bij AZNN. Waar en door wie de zorg gegeven wordt, gaat wel veranderen. Vergrijzing en personeelstekort maken dat het systeem anders moet. Door beter samen te werken, zorg soms op andere plekken te organiseren en slimmer gebruik te maken van data en innovaties, valt er volgens haar veel winst te behalen.
De zorg dichtbij gaat niet verdwijnen, maar gaat er wel anders uitzien
Mariska Visser - Teamleider AZNN
'De acute zorg moet anders worden georganiseerd, maar anders betekent niet automatisch minder of slechter. De zorg dichtbij gaat niet verdwijnen, maar gaat er wel anders uitzien. Niet voor alles ga je straks nog naar het ziekenhuis’, zegt Mariska Visser, teamleider en strategisch adviseur bij AZNN. Koolhaas vult aan: 'Een grote groep mensen die nu op de spoed komt, hoeft daar eigenlijk niet te zijn.'
Minister Ernst Kuipers
Minister Ernst Kuipers © ANP/Hollandse Hoogte/ Robin Utrecht

Niet alles kan overal

Minister Kuipers schetst in zijn beleidsagenda over de acute zorg een landschap waarin veel voorkomende, niet-levensbedreigende zorg zo dicht mogelijk bij mensen in de buurt gegeven wordt. Dat hoeft dus niet langer via de spoedeisende hulp (SEH) in het ziekenhuis te zijn. Denk aan een consult via videobellen, of een bezoek door een wijkverpleegkundige. Ook wil de minister dat het ambulancepersoneel meer mogelijkheden krijgt om zorg te verlenen.
De hoogcomplexe zorg wordt, als het aan Kuipers ligt, geconcentreerd in speciale centra. Zoals het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) op dit moment ook al het traumacentrum is voor de hele regio: zware trauma’s (patiënten die gewond zijn geraakt door een ongeval of misdrijf) worden naar het UMCG gebracht, ook als dit verder weg is.
Volgens Kuipers is deze verandering nodig, omdat de acute zorg op dit moment ondermaats is. In combinatie met personeelsuitdagingen, pleit dat voor verdere samenwerking. 'Niet ieder ziekenhuis kan alles', zegt hij. Nabijheid is mooi, maar als ze in dat ziekenhuis dichtbij niet de kwaliteit hebben om je goed te helpen, dan heb je er niks aan.

Refaja ziekenhuis als voorbeeld

Als positief voorbeeld van samenwerking in de regio noemt de minister het Refaja Ziekenhuis in Stadskanaal. Hier is een basis spoedpost ingericht die overdag en in de avonden geopend is. De spoedeisende- en complexe zorg is geconcentreerd in Emmen.
Een stap die volgens de woordvoerder van Treant, de koepelorganisatie van de ziekenhuizen in Drenthe en zuidoost Groningen, veel heeft opgeleverd. Volgens hem waren er voor het openhouden van de spoedeisende hulpafdelingen (SEH) verschillende specialismen nodig, terwijl er in de nacht gemiddeld maar één patiënt werd opgenomen. Door de zorg te concentreren is het werkrooster voor zorgverleners prettiger geworden en kunnen patiënten beter volgens planning geholpen worden, zonder dat er een spoedgeval tussendoor komt.
Ziekenhuis Refaja in Stadskanaal
Ziekenhuis Refaja in Stadskanaal © Martijn Folkers/RTV Noord

Vrees voor verdwijnen van SEH’S

Oude normen over wat ‘goede’ acute zorg is, moeten volgens de minister worden herzien. Zo wil hij af van de regel dat een ambulance binnen drie kwartier een patiënt bij een spoedeisende hulppost moet kunnen afleveren. Een idee dat zorgt voor veel onrust, want leidt het loslaten van de 45-minutennorm tot het verdwijnen van de spoedeisende hulpposten in kleine streekziekenhuizen? En gaat met het sluiten van de SEH ook het ziekenhuis ten onder?
Zo'n vaart zal het niet lopen, stelt Visser. Toch kan niemand garanderen dat er in onze regio geen spoedeisende hulpposten of ziekenhuizen gaan sluiten. Een onzekerheid die niet iedereen acceptabel vindt.

Concentratie is een spannend woord

'Concentratie is voor veel mensen een spannend woord', stelt Koolhaas. Wanneer de minister het heeft over 'concentratie van zorg', veroorzaakt dat onrust. Betekent dit dat de zorg dichtbij gaat verdwijnen? De zekerheid van een spoedeisende hulppost in de buurt, geeft veel mensen een veilig gevoel.
'Bij het ombuigen van de SEH in Stadskanaal naar een spoedpost, voelden inwoners zich pas gerustgesteld toen duidelijk werd welke zorg nog steeds aangeboden werd’, zegt Visser. 'Dat ze met een gebroken enkel nog gewoon naar Stadskanaal konden, en met een hartinfarct naar Emmen of Groningen gebracht zouden worden.'

Soms langer reizen

De vraag is volgens Koolhaas waar je welke zorg levert, zodat het optimaal is voor iedereen. Dit betekent dat je soms langer moet reizen, omdat het ziekenhuis verderop de zorg beter kan leveren. ‘In dat ziekenhuis wil je dan ook zijn als patiënt, omdat daar de beste zorg geleverd kan worden voor jouw situatie.’
Dat patiënten langer moeten reizen voor de juiste zorg is volgens de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) juist een probleem. Het sluiten van een spoedeisende hulpafdeling heeft grote gevolgen voor het zorgaanbod in de regio. Met het verdwijnen van een spoed kan volgens de organisatie het overige zorgaanbod in een ziekenhuis onder druk komen te staan. ‘Terwijl een derde van de ouderen nu al geen enkel ziekenhuis of polikliniek binnen een half uur kan bereiken zonder met de auto te gaan.’ Een auto waar niet iedereen in de provincie over beschikt en ook het openbaar vervoer is niet voor iedereen goed bereikbaar.
Een bord wijst de weg richting de spoedafdeling van het Martini Ziekenhuis in Stad
Een bord wijst de weg richting de spoedafdeling van het Martini Ziekenhuis in Stad © ANP / Hollandse Hoogte / De Vries Media

Uitblinken in samenwerken

Toch blijft verbeterde- en vooral intensievere samenwerking noodzakelijk volgens Kuipers. En in die samenwerking, blinkt onze regio uit. Zo zijn alle spoedeisende hulpposten van de negen noordelijke ziekenhuizen aangesloten op het Landelijke Platform Zorgcoördinatie (LPZ). Dit platform laat zien hoeveel capaciteit de verschillende ziekenhuizen hebben op de SEH.
Via het dashboard kan de ambulancedienst zien hoe het staat met de capaciteit op de verschillende spoedposten, en waar zij dus het beste terecht kunnen. Ook is er een pilot gaande waarbij huisartsen in dit systeem kunnen kijken, en dus niet alle ziekenhuizen af hoeven te bellen op zoek naar een plek voor hun patiënt. Het is de bedoeling dat in de toekomst meer zorginstanties van het systeem gebruik gaan maken, waaronder ook de ouderenzorg. Dit moet de druk op de SEH verlagen.
De inwoners van het Noorden kunnen er alle vertrouwen in hebben dat ze de zorg krijgen die ze nodig hebben
Wendy Koolhaas - Manager AZNN
En dat is wat Kuipers bedoelt als hij het heeft over zorgcoördinatie: beter met elkaar communiceren en samenwerken. 'In Noord-Nederland weten we elkaar al zo goed te vinden, dat we in staat zijn om de regie te nemen. Dat wordt landelijk ook gezien, ze komen hier kijken hoe we de dingen doen’, zegt Koolhaas.

Dezelfde zorg, op een andere manier

Volgens Koolhaas is het een kwestie van mindset. We moeten wennen aan het idee dat we dezelfde acute zorg ook op een andere manier of andere plek kunnen krijgen. 'Er zijn zeker uitdagingen, en ja dat betekent dat er dingen gaan veranderen, maar de inwoners van het Noorden kunnen er alle vertrouwen in hebben dat ze de zorg krijgen die ze nodig hebben.'