Vijf provincies tegen minister Kuipers: ‘Houd kinderhartchirurgie in Groningen open'

Het UMCG strijdt voor behoud van de kinderhartchirurgie
Het UMCG strijdt voor behoud van de kinderhartchirurgie © Sander Slager/RTV Noord
Als minister Ernst Kuipers de sluiting van de kinderhartchirurgie in het UMCG doorzet, zet hij de toegankelijkheid van zorg op academisch niveau in vijf provincies op het spel.
Dat schrijven de commissarissen van de Koning van de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en Flevoland in een brandbrief aan het ministerie van Volksgezondheid.

Besluit met grote gevolgen

De vijf provincies omarmen het rapport van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), waarin de effecten van sluiting van het kinderhartcentrum in Groningen worden uitgelicht. De NZa concludeerde eerder deze week dat doorzetten van het besluit om het centrum te sluiten grote gevolgen heeft voor de zorg in Noord-Nederland. Volgens de NZa komt de acute zorg voor zowel kinderen als volwassenen onder druk te staan.
Sluiting ondergraaft de toegankelijkheid van zorg
René Paas - Commissaris van de Koning
Commissaris René Paas (Groningen) schrijft namens zijn collega’s, Arno Brok, Jetta Klijnsma, Andries Heidema en Leen Verbeek en de Groningse burgemeester Koen Schuiling dat doorzetten van de sluiting geen optie is.
‘Sluiting ondergraaft de toegankelijkheid van zorg op academisch niveau in Overijssel, Flevoland, Drenthe, Friesland en Groningen’, valt te lezen in de brief van de vijf provincies.
‘Wij vertrouwen erop dat u vanwege het grote maatschappelijke belang ervoor zult kiezen om de kinderhartchirurgie in Groningen open te houden. Nu en in de toekomst. Wij hopen dat u duidelijkheid biedt. Dan komt er een einde aan de politieke onrust in onze regio, en aan de grote ongerustheid onder onze inwoners en patiënten.’

Grote maatschappelijke onrust

Kuipers’ voorganger Hugo de Jonge besloot eind vorig jaar om de kinderhartchirurgie in Groningen en Leiden te sluiten en deze zorg te centraliseren in Utrecht en Rotterdam. Na het besluit van De Jonge ontstond grote maatschappelijke onrust in Noord-Nederland. Er werd een petitie opgestart die meer dan 260.000 keer werd ondertekend.
Onder druk van de Tweede Kamer kondigde minister Kuipers aan dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de consequenties van de voorgenomen centralisatie zou onderzoeken. De NZa concludeerde dat bij vasthouden aan sluiting verschillende vormen van zorg als een domino-effect zouden omvallen. Het UMCG voelde zich door die conclusie gesterkt in haar strijd om de kinderhartchirurgie te redden van de ondergang.