UMCG behandelt eerste kankerpatiënt met stamcellen uit eigen speekselklier

Het UMCG in Stad
Het UMCG in Stad © FPS/Jos Schuurman
Het UMCG heeft als eerste ziekenhuis in Nederland een kankerpatiënt met een tumor in het hoofdhalsgebied behandeld met stamcellen uit zijn eigen speekselklier. Dit moet ervoor zorgen dat zijn speekselklieren na de behandeling weer werken.
De behandeling vond afgelopen donderdag plaats. Na jaren van onderzoek kreeg de 43-jarige Kasper van den Noort als eerste in Nederland - en waarschijnlijk als eerste wereldwijd - via een injectie zijn eigen cellen uit gekweekte minispeekselkliertjes (organoïden) terug.

Bijzonder moment

Van den Noort vond het zelf een bijzonder moment. 'De prik was wel wat gevoelig. Ik ben uiteraard erg benieuwd wat er nu gaat gebeuren, of dit het effect gaat hebben dat beoogd is. Het zou echt fantastisch zijn als die speekselklier het weer gaat doen.'
De stamceltransplantatie moet ervoor zorgen dat Van den Noort straks geen last meer heeft van een droge mond. Die was het gevolg van de behandeling tegen de tongtumor die hij had. Van den Noort was in het UMCG aan die tongtumor geopereerd. Daarbij werd ook een stuk van zijn speekselklieren verwijderd.

Opgekweekt in laboratorium

‘In het laboratorium hebben we de stamcellen hieruit opgekweekt’, vertelt UMCG-hoogleraar Radiotherapie Rob Coppes. ‘Deze vormen speekselklierorganoïden die we kunnen vermenigvuldigen. Na de bestraling, die de patiënt inmiddels in ons Protonentherapiecentrum heeft gehad, geven we cellen uit deze organoïden terug.’
We hopen volgend jaar te kunnen vaststellen of de behandeling bij de patiënten aanslaat
UMCG-hoogleraar Radiotherapie Rob Coppes
Jaarlijks zijn er in Nederland zo’n 2.500 nieuwe patiënten met een tumor in het hoofdhalsgebied. Een groot deel van deze patiënten heeft met bestraling een goede kans op genezing.
Een ernstige complicatie hierbij is dat bij veertig procent van de patiënten na de behandeling de speekselklieren niet goed meer werken. Hierdoor hebben ze continu last van een droge mond. Kauwen en slikken is lastig, hun smaakvermogen vermindert, praten is erg moeilijk en het gebit wordt beschadigd.

'Proof of principle'

‘We hopen vervolgens later volgend jaar te kunnen vaststellen of de behandeling bij de patiënten aanslaat’, zwegt Coppes. ‘Deze studie moet dienen als een proof of principle dat een dergelijke behandeling haalbaar en veilig is.’