Opnieuw door de mand: Kees Vlietstra wil een broodje kroket

Kees Vlietstra
Kees Vlietstra © RTV Noord
Donderdagavond. Kerstdiner met het personeel van het KNKV in Driebergen. Na speeches van de directeur en de voorzitter spelen we een pubquiz. Ben ik gek op. Op het spelen van een pubquiz, niet op speeches.
Collega en oud-voetbalscheidsrechter Mario van de Ende is spelleider. Met Haagse tongval leidt hij het personeel langs 60 vragen. Ik zit in een groepje met collega Kees P en collega Dolf N. Beide mannen komen uit het oosten van het land, ik woon in Engelbert-Oost dus bombarderen we ons zelf tot de Drie Wijzen uit het Oosten. Het gaat goed. We weten veel nutteloze feitjes. Na de eerste ronde staan we bovenaan. Na het diner spelen we de tweede ronde. Het gaat bagger. Ik heb alle korfbalvragen fout. We eindigen uiteindelijk als vierde. Niet eens podium. Te vroeg gepiekt. Weer.
Kees Vlietstra is er de komende weken niet. Om ontwenningsverschijnselen te voorkomen, publiceren we daarom één van zijn eerdere columns opnieuw.
Strontchagrijnig rij ik met het kerstpakket op de bijrijdersstoel naar huis. Op de radio gaat het in Langs de Lijn over het broodje kroket van Michiel Kramer. In de pauze van de bekerwedstrijd Feyenoord-Heracles verorbert wisselspeler Kramer op het veld namelijk in drie happen een broodje kroket. Analisten in de studio spreken er schande van. Slecht voorbeeldgedrag, onprofessioneel, ongezond. Ik haal mijn schouders op. Zal allemaal wel zo zijn maar zie het veel meer als een weldoordachte dikke vinger actie naar zijn coach die hem niet meer opstelt. Niet handig wel ludiek.
Vlak na Zwolle rij ik een politiefuik in. Shit, alcoholcontrole. Dat doen ze wel vaker zo rond de dagen voor kerst die boefjes van de politie. Langzaam worden de auto's voor me de parkeerplaats naast een Shell station op geleid. Tientallen auto's staan stil. Duurt lang. Hoe veel bier heb ik eigenlijk op? Zou het niet meer weten. Meestal raak ik de tel kwijt na een biertje of twee. Nee sjomp, zeg ik uiteindelijk tegen mezelf. Je hebt na dat tweede biertje alleen maar cola en koffie gedronken. Verveeld kijk ik om me heen. Het kerstpakket kijkt verlangend terug. De auto voor me staat weer stil. Het kerstpakket smeekt om aandacht. Ik kan me niet meer inhouden en trek de doos open. Piepschuim vulling springt uit de doos op het dashboard. Toch nog een witte kerst. Ik graai. Een kommetje, een bakje, een fleece deken, een decoratiegloeilamp (altijd handig), een pak zoutjes, een kanjerlot van de postcodeloterij en vier wijnglazen. Teleurgesteld graai ik verder. Er zal toch ook wel een fles wijn in zitten? Opeens getoeter. De rij auto's is in beweging gekomen en ik sta stil. Op zoek naar wijn. Handsfree trek ik op. Vlak voordat een agent met een blaasapparaat me sommeert om het raampje naar beneden te draaien heb ik met mijn rechter hand het houten kistje gevonden met een fles rode wijn. Razendsnel pak ik twee glazen en de fles wijn terwijl ik met links het raampje elektrisch laat zakken. Multitasken langs de A28.
'Goedenavond meneer, rijkspolitie,' begint de agent. 'Moi mienjong,' antwoord ik. 'We doen een alcoholcontrole,' gaat de agent verder terwijl hij naar de ravage op de bijrijdersstoel kijkt. 'Heeft u gedronken?'
'Nou, meneer de agent,' zeg ik. 'Leuk dat u het vraagt. Ik wil eigenlijk net beginnen met zuipen. Drinkt u een glas mee?' Ik duw een glas door het geopende raampje in zijn hand. Meneer agent kijkt me verbouwereerd aan. Daarna werd hij boos. Ik moest uitstappen en blazen. Zonder wijn. Na een 'voorstel om deze zaak buitengerechtelijk af te handelen met een transactievoorstel ter zake eenvoudige belediging' mocht ik glimlachend doorrijden. Niet handig, wel ludiek.
Bij Hoogeveen denk ik weer aan het broodje kroket van Michiel Kramer. Ineens kwam ook weer een nutteloos feitje binnen. In de jaren 80 speelde de Deen Jan Mølby bij Ajax. In tegenstelling tot zijn landgenoot Kasper Dolberg had Mølby wel meerdere gezichtsuitdrukkingen. Mølby was een liefhebber van het uitgaansleven en drank. 'Na een avondje stevig stappen parkeert Mølby zijn auto op de Berlagebrug in Amsterdam om kroketten te gaan halen. Bij terugkomst valt hij in de stilstaande auto in slaap en is de volgende ochtend bijna te laat voor de ochtendvlucht naar een Europese wedstrijd. Geïrriteerd vraagt op Schiphol de teammanager om zijn paspoort. Mølby rommelt in het colbert van zijn clubkostuum waarin hij geslapen heeft en trekt dan een zakje platgedrukte kroketten te voorschijn'.(*)
Michiel Kramer is eigenlijk een amateur. Ook qua kroketten.
Ter hoogte van Beilen gaat de telefoon. 'Pappa, waar ben je?' Mijn jongste zoon ligt in bed en wil nog even praten. Ik ben blij om zijn vermoeide stem te horen. Na een kort gesprekje over korfbal en school hangen we op. Dat doen we altijd op dezelfde manier. We houden allebei niet van uitgebreid afscheid nemen. 'Als je van me houdt hang je op.'
Tuut tuut tuut.
Bij Assen heb ik het zakje zoutjes opgepeuzeld. Ik overdenk het afgelopen sportjaar. Het was af en toe fantastisch. Donar en Lycurgus top. FC Groningen tob. Ook privé was het wisselend. Ik word emotioneel en grijp naar de fles wijn. Uiteindelijk doe ik het toch maar niet. Ik hou niet van wijn. En zeker niet achter het stuur.
Bij Haren denk ik aan een serie reisverhalen die ik rond 1999 heb geschreven. Tien verhalen over de sport in Groningen gekoppeld aan een van de tien stadsmarkeringen rondom de stad Groningen. Eigenlijk was het een liefdesverhaal maar dat had niemand door. Het ging over op reis gaan en weer thuiskomen. Over afscheid nemen en welkom heten. Of zoals Confucius het ooit al zei: 'Wie wijs wil worden gaat op reis, wie het is blijft thuis'
De grootste stadsmarkering staat aan de A28 vlakbij afslag Groningen-Zuid. Het is een mega elektriciteitsmast met op de armen zeven brandende 'gasvlammen'. Die vlammen staan voor de dagen van de week. Om twintig minuten voor elf 's ochtends en 's avonds geven digitale cijfers op de mast gedurende één minuut het tijdstip aan dat met het geboortejaar van de Stad samenvalt: 10:40.
Dat mast staat er al vanaf 1990. In al die zevenentwintig jaar heb ik nog nooit gezien dat die 1040 oplichtte. Tot donderdagavond. Met een brok in mijn keel zie ik de cijfers aanfloepen. Ik stop mijn auto op de vluchtstrook. Achterliggers beginnen te toeteren. Ik denk aan reizen, verkeerde afslagen, verdwaald zijn. Besef me dat ik nog steeds gek op Groningen ben. Na een minuutje is de mast weer donker. Ik vervolg mijn reis. Naar huis. Engelbert-Oost. Maar eerst nog even door de McDrive aan het Sontplein. Broodje kroket scoren.
Vrolijk kerstfeest.