Eva zoekt uit: Waarom kun je jezelf niet kietelen?

Eva zoekt uit: Waarom kun je jezelf niet kietelen?
Eva zoekt uit: Waarom kun je jezelf niet kietelen? © RTV Noord
Kinderen stellen vragen over van alles en nog wat; vragen waar volwassenen vaak geen raad mee weten. Eva Hulscher legt ze voor aan wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen. In deze aflevering wil Myron (12) weten: waarom lach ik niet als ik mezelf kietel?
Van kietelen gaan we lachen en kronkelen, althans als een ander dat doet. ‘Dat komt’, zegt neurowetenschapper André Aleman, ‘doordat we veel zenuwen hebben op de plaatsen waar we gekieteld kunnen worden. Daar zijn we heel gevoelig. Die zenuwbanen gaan rechtstreeks naar de hersenen en dan vooral naar de hypothalamus. Die is verantwoordelijk voor ongecontroleerde reacties zoals lachen, en ook voor vluchten.’
De hypothalamus zorgt voor ongecontroleerde reacties
De hypothalamus zorgt voor ongecontroleerde reacties © RTV Noord

Kronkelen als vluchtreactie

Door te kronkelen proberen we te ontsnappen aan het gekietel. Aleman: ‘Dat gebeurt omdat het spannend is als iemand ons aanraakt op kwetsbare plekken. Dat kan gevaarlijk zijn. Om het gevaar af te wenden, gaan we lachen. Dat doen we heel vaak als we ons ongemakkelijk voelen. Om de ander te laten weten dat we geen ruzie willen.’
Eva zoekt uit: Waarom kun je jezelf niet kietelen?

Jezelf kietelen werkt niet

Als je jezelf kietelt op die gevoelige plekken, reageer je heel anders. Hoe kan dat? Volgens Aleman komt dat doordat je al weet: ik ga nu mezelf kietelen. ‘Je hersenen geven dat door aan het gebied voor het gevoel. Je weet dat het gaat gebeuren en vooral: dit ben ik zelf, dit is niet eng, het is geen spannende situatie.’ Daardoor blijft het effect uit? Aleman: ‘Ja, je voelt minder, omdat je hersenen al een waarschuwing geven aan je huid en je zenuwen: dit komt eraan.’
Je hersenen voorspellen wat er gaat gebeuren
Je hersenen voorspellen wat er gaat gebeuren © RTV Noord

Hersenen voorspellen wat er gaat gebeuren

‘Onze hersenen zijn de hele dag door bezig met voorspellen’, zegt Aleman. ‘We hebben verwachtingen over wat we gaan zien of wat we gaan doen en dat beïnvloedt onze waarneming. Bijvoorbeeld: als ik karnemelk wil drinken en het blijkt per ongeluk melk te zijn, dan vind ik het vies. Terwijl ik melk ook lekker vind, maar niet als ik karnemelk verwacht.’
Melk is vies als je karnemelk verwacht
Melk is vies als je karnemelk verwacht © RTV Noord
‘Een ander voorbeeld is je spraak’, vervolgt Aleman. ‘Je weet wat je wilt gaan zeggen, en als je je verspreekt, dan corrigeer je jezelf heel snel. Dat komt doordat je hersenen weten wat je had willen zeggen.’

Waarom kan de één wel tegen kietelen en de ander niet?

Volgens Aleman heeft je kietelreactie te maken met hoe je je op dat moment voelt. ‘Als je ontspannen bent, dan is de situatie veilig en zul je meer lachen. Maar als je gestrest bent, is kietelen vaak minder leuk.’ Je reactie heeft ook te maken met wat je eerder hebt meegemaakt. Aleman: ‘Als je een negatieve ervaring hebt met aanrakingen of met kietelen, dan zul je het minder leuk vinden en minder lachen dan mensen met positieve ervaringen.’
Neurowetenschapper André Aleman van de RUG
Neurowetenschapper André Aleman van de RUG © RUG/RTV Noord