Sipke Ernst en Marjoke Groot zijn de eerste Nederlandse kampioenen onderwaterschaken
Sipke Ernst is donderdagavond in Groningen Nederlands kampioen onderwaterschaken geworden. De grootmeester uit Groningen troefde in het zwembad van het Willem-Alexander Sportcentrum zijn vijftien opponenten af. Bij de vrouwen werd Marjoke Groot, ook uit Groningen, toernooiwinnaar.
Nooit eerder werd het Nederlands kampioenschap onderwaterschaken in ons land georganiseerd. Het Willem-Alexander Sportcentrum op het Zernikecomplex beleefde de primeur. Het was een ludiek bijprogramma van het Schaakfestival dat deze dagen in de stad wordt gespeeld.
Bij onderwaterschaken staat het metalen schaakbord op de bodem van het bad. De schaakstukken blijven via magneten op het bord kleven. Zuurstofflessen zijn niet toegestaan en dus moeten de schakers na elke zet boven water komen om naar adem te happen.
Serieuze uitdaging
Ondanks dat het om een ludiek evenement ging, zag winnaar Ernst het toernooi als een serieuze uitdaging. En dat was geen gemakkelijke opgave. ‘Na elke zet van je tegenstander moet je onder water duiken en kijken welke zet hij heeft gespeeld. Dan moet je de stelling snel analyseren en met een sterke zet komen. Daarvoor heb je maar weinig tijd, want je kunt niet heel lang onder water blijven.’
De fysieke opgave ging echter niet ten koste van het plezier. ‘Als er volgend jaar weer een NK is, dan doe ik zeker mee om mijn titel te verdedigen', belooft Ernst.
Bekijk hier nog meer beelden van het NK onderwaterschaken:
Bij de vrouwen ging Marjoke Groot met de beker en een Groninger koek naar huis. In het algemeen klassement, bestaande uit zestien mannen en vrouwen, werd ze knap zesde.
Om eerste bij de vrouwen te worden, moest ze een zogeheten barrage spelen. ‘Ik wist niet wat ik kon verwachten. Het is een beetje een gekke combinatie, schaken en zwemmen, maar ik vind beide leuk. Dus ik dacht: ik doe mee.’
Of Groot haar Nederlandse titel volgend jaar gaat verdedigen weet ze nog niet. ‘Alleen als het in Groningen wordt gehouden doe ik mee. Als het aan de andere kant van het land is, dan niet. Ik ga er niet voor reizen.’