Deze dag: Moord op de Eendrachtsbrug

Verzetsstrijder Reint Dijkema
Verzetsstrijder Reint Dijkema © Nationaal Monument Kamp Vucht/Beeldbewerking RTV Noord
Anne Jannes Elsinga was politiechef in Groningen: ‘En een hele kwaaie’. De omschrijving is van Siet Tammens. Zij was een van de vijf mensen uit het verzet in Groningen die beslisten over liquidaties. Ze besloten dat Elsinga moest sterven. Hij werd op deze dag, 31 december 1943, doodgeschoten. Op de Eendrachtsbrug in Groningen.
NSB'er Elsinga was een fanatiek jager op verzetsmensen, Joden en onderduikers. Een gemeenteambtenaar waarschuwde het verzet in Bedum, dat Elsinga op het spoor was gekomen van een groep die daar verzetskrant Trouw drukte en verspreidde. Het was student medicijnen Reint Dijkema die daarom, op oudejaarsdag, Elsinga doodde.
Het besluit daartoe was niet lichtvaardig genomen. Bekend was dat de Duitsers bij dit soort aanslagen represailles namen, burgers vermoordden. Maar: ‘als we ons hadden laten leiden door de mogelijke reacties van de bezetters, hadden we nooit verzet kunnen bieden. En er is daarbij geen plaats voor schuldgevoel’, legde Siet Tammens jaren later uit.
Toch is daarvan zeker wel sprake, bij de schutter. Een vriend van hem vertelde later dat Dijkema het soms erg zwaar had, omdat hij ‘door die handeling een mens verhinderd had zich te bekeren en de tijd der genade voor hem zou hebben bekort.’ Reint was een gelovig mens.
Op deze dag, oudejaarsavond 1943, namen woedende Duitsers meteen wraak op de vijand, door tientallen ‘verdachte’ burgers te arresteren en naar Vught te brengen. Zes Groningers werden in hun huis in koelen bloede doodgeschoten. Een half jaar later werd Reint Dijkema op straat herkend, gearresteerd en naar het Scholtenhuis gebracht. Hij werd er zwaar gemarteld. Een landwachter die hem moest bewaken werd door hem overmeesterd en doodgeschoten.
Zijn geloof bleef tot het einde een grote steun voor hem. Een medegevangene vertelde later hoe Reint kracht putte uit de Bijbel en vasthield aan de woorden van de apostel Paulus: ‘want ik ben verzekerd, dat dood noch leven mij zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Jezus Christus, onze Heer.’
Siet Tammens overleed in september 2014, ze was toen honderd jaar oud. Ik leerde haar kennen bij het maken van een film over het verzet in Groningen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een wijze vrouw was ze, die goed kon vertellen over de oorlogsjaren en het verzet. Door de Duitsers gevangen werd gezet. Een doodvonnis werd uitgesproken, Siet moest worden opgehangen. Door gelukkige omstandigheden kwam het er niet van.
Ze legde me uit hoe meteen na de bevrijding sommige politici het grote aandeel dat communisten hadden gehad in het verzet, probeerden af te zwakken. Ze bleef rotsvast geloven in een betere wereld. Ze had vertrouwen in de nieuwe generatie, de jeugd. Die gingen veel dingen beter doen, daar was ze van overtuigd.
Reint Dijkema bekende onder marteling in het Scholtenhuis verschillende acties waaraan hij had meegedaan. Hij gaf ook namen van anderen prijs, maar alleen als die al gesneuveld waren, of bekend bij de Duitsers. Op 18 juni 1944 werd hij naar Kamp Vught afgevoerd. Op de meegegeven documenten stond een rood kruis: de doodstraf. In augustus schoot een executiepeloton in Vught Reint dood.
In het Nieuwsblad, onder controle van de bezetter, staat op 5 januari 1944 een verslag te lezen van de plechtigheid waarmee Elsinga op het Esserveld wordt begraven. Met militaire eer. In de kerken van Groningen ‘is niet gebeden voor zijn zieleheil’, merkt de schrijver van het stuk bitter op. Hij waarschuwt de burgers: ‘als ze meenen in het laatste beslissende uur onzen innerlijken weerstand te kunnen breken, vergissen ze zich.’
Anne Jannes Elsinga is op deze dag in Groningen omgelegd op de Eendrachtsbrug. Vier maanden later doodt het verzet op station Bedum zijn opvolger Jannes Keijer. Ook nu volgen zware represailles. Maar het is deze vastberadenheid van het Gronings verzet, die meehelpt om Duitsland uiteindelijk te verslaan.