Lees terug: Beleef de Hel van '63 met Jaap Nienhuis

De stempelkaart en het kruisje dat Jaap Nienhuis in '63 behaalde
De stempelkaart en het kruisje dat Jaap Nienhuis in '63 behaalde © RTV Noord
Precies zestig jaar geleden werd de Elfstedentocht van 1963 verreden. Een legendarische tocht, die door de barre weersomstandigheden bekend is geworden als de Hel van '63. Bijna tienduizend schaatsers begonnen eraan, 126 reden 'm uit. Jaap Nienhuis uit Usquert kwam als voorlaatste binnen. In dit blog herbeleeft hij de tocht van toen.
Dit blog wordt gedurende de dag regelmatig aangevuld, de nieuwste update lees je bovenaan
(update 22.00 uur)

Terug naar huis

‘Ik was rond zes uur 's ochtends thuis, mijn vader was al aan het melken. Ik zei: ik heb het gehaald. Dik in orde, welterusten zei hij. We hebben heel lang werk gehad om terug te komen, door alle sneeuw, het was een zootje.’
‘Ik ben op bed gegaan, maar heb niet lang geslapen. Het drong langzaam door dat ik het gehaald had. Een boer van iets verderop kwam ’s morgens met een taart aanzetten. Het werd wel gewaardeerd, mensen wisten dat het niet vanzelf was gegaan.’

Aankomst in Leeuwarden

Om kwart voor twaalf 's avonds kwamen de vier aan bij de finish op de Grote Wielen. Nienhuis staat als voorlaatste in de uitslag, Schweigmann als laatste. De andere twee kregen geen Elfstedenkruisje. Van Staal omdat hij als wedstrijdrijder buiten tijd was, Hartung reed niet de hele tocht.
‘Op dat stukje naar Leeuwarden ben ik met mijn volgers nog knap in de problemen gekomen. Ze wisten dus dat wij om negen uur uit Dokkum vertrokken waren, maar we kwamen maar niet in het zicht. Ze hebben hem wel geknepen. Er gingen geruchten dat sommige schaatsers zo moe waren, dat ze in de sneeuw waren gaan liggen. Ze hebben de route ook nog nagezocht, om te zien of er hier en daar nog iemand lag. Maar uiteindelijk zagen ze de lampjes en dachten ze: ja, hè, hè!’
'We werden ook nog door een dokter nagekeken, of we nog een beetje in redelijke conditie waren. Schweigmann had ’s morgens al een pik van een noor in zijn kuit gehad, die had de hele schoen vol bloed. Ik had geen schade.’
Hel van '63: Over de finish in Leeuwarden

Video: een aanbod om in de auto te stappen

Jaap Nienhuis en zijn metgezellen kregen in Oudkerk de kans om het laatste stukje per auto af te leggen
Hel van '63: Een aanbod om met de auto verder te gaan
(update 20.45 uur)

Doorkomst in Oudkerk, nog 7 kilometer

‘In Oudkerk was de controle opgeheven, daar moesten we naar het café lopen. Ze zeiden: jullie redden het toch niet meer, stap maar in een auto. Schweigmann gaf vol gas: Ben je besodemieterd?'
Jaap Nienhuis voor het café in Oudwoude
Jaap Nienhuis voor het café in Oudwoude © Freya Haaijes/RTV Noord
Nienhuis zelf wilde er ook niks van weten, zegt hij. 'Nee, natuurlijk nait! Ze zaten daar lekker op de warme kachel, met een borrel en een pilsje. Dan komen wij binnen en zeggen ze: Je redt het toch niet, stap maar in de auto. Maar die Schweigmann gaf in het Fries vol gas. Kortom: we hebben het gered.’
'Met vallen en opstaan zijn we van Oudkerk naar Leeuwarden gegaan, we hebben nog een hele tijd over een dijk gelopen. Daar lag minder sneeuw, dan op het ijs. Zo hebben we het gered.'
(update 19.15 uur)

Doorkomst in Dokkum, nog 26 kilometer

'In wezen heeft Schweigmann mij twee keer gered. Ten eerste om weer verder te komen, maar in Dokkum nog een keer. Daar zei hij: Eerst afstempelen, dan naar de EHBO. Ik had een beetje malheur met bevroren ogen, hij had ook wat malheur. Wat zeggen ze daar? Jullie zijn de laatsten die een stempel krijgen. Als we eerst naar de EHBO gingen, waren we te laat geweest. Toen was het een uur of negen, we hebben er nog bijna drie uur over gedaan om in Leeuwarden te komen.’
Jaap Nienhuis in Dokkum
Jaap Nienhuis in Dokkum © Freya Haaijes/RTV Noord
(update 16.50 uur)

Op weg naar Bartlehiem

‘Onderweg naar Bartlehiem toe was het al donker. En er stond geen mens meer langs de baan. Er kwamen ook nog maar weinig mensen voorbij, omdat heel veel mensen opgegeven hadden. Ik ben een paar keer van het ijs af geweest, om aan te bellen en te vragen of ik daar links- of rechtsaf moest. Toen heb ik ook nog onder een brug gestaan waar auto’s overheen reden. Ik dacht: als er nou niemand meer komt, houd ik op.'
Er kwamen toch nog een paar schaatsers voorbij: een groepje van drie man. 'Toen kwam die club van George Schweigmann', in de woorden van Nienhuis. Schweigmann kwam later in de recordboeken terecht, door acht Elfstedentochten uit te rijden. Hij was in '63 onderweg geblesseerd geraakt, maar wilde niet opgeven.
Bij het dorp Wier wordt de route voor de Elfstedentocht van '63 sneeuwvrij gemaakt
Bij het dorp Wier wordt de route voor de Elfstedentocht van '63 sneeuwvrij gemaakt © Pot, Harry/Anefo/Nationaal Archief
'Wedstrijdrijder George van Staal was er ook bij. Hij was buiten tijd, maar wilde per se uitrijden. Ondanks dat hij al geen kruisje meer kon halen. En Wim Hartung, een scholier die in Harlingen was opgestapt. Met ons vieren zijn we onder aanvoering van Schweigmann verder gegaan. Zo kwamen we in Bartlehiem, waar we linksaf naar Dokkum moesten.'
Nienhuis en de anderen met wie hij reed, hadden in elk geval geen honger, die laatste uren. ‘Als ik alles had aangenomen wat me onderweg aangeboden werd, was ik ter plekke door het ijs gezakt. Die Friezen zijn enorm gastvrij, ze willen je alles wel geven.’

Video: Jopke op de tegeltjesbrug

Jaap Nienhuis is een van de vele schaatsers die vereeuwigd is op de tegeltjesbrug in Gytsjerk, het Elfstedenmonument.
Hel van '63: Jaap Nienhuis op een tegeltje
(update 14.30 uur)

Doorkomst in Harlingen, nog 84 kilometer

'In Harlingen vond ik mijn hele koppel weer, de drie jongens met wie ik reed en ook wat begeleiders. Kloar jongens, een bordje bonensoep, een borreltje, wat wil je nog meer? En dat heb ik ook gedaan. Toen zeiden ze: verhip, jij hebt alle stempels nog, je moet alsnog verder gaan! Ik heb daar een mooi tijdje verknoeid. En dan ook nog een paar borreltjes in een lichaam dat al over het beste heen was, dat was niet zo geweldig.'
Jaap Nienhuis bij het Elfstedenmonument in Gytsjerk
Jaap Nienhuis bij het Elfstedenmonument in Gytsjerk © Freya Haaijes/RTV Noord
'De anderen waren in Hindeloopen uitgestapt en met de auto mee naar Harlingen. Ze hebben daar op mij gewacht: we zijn weer compleet! En dat gevoel had ik ook, het is nu einde verhaal. Maar toen ben ik wel weer begonnen. Een van hen is ook weer met me mee gegaan op de schaats, gewoon als steunpilaar. Later, boven in Friesland, is hij weer gestopt. Van het stuk van Harlingen naar Franeker weet ik niet zoveel meer. Eenmaal in Franeker kwam er weer wat power, maar dan komt dat lange eind nog.’

Video: het lange eind naar Dokkum

Het stuk boven in Friesland, richting Dokkum, viel Jaap Nienhuis nogal zwaar.
Hel van '63: Het lange eind naar Dokkum
(update 13.50 uur)

Doorkomst in Bolsward, nog 100 kilometer

‘In Bolsward ben je halfweg. Toen heb ik gedacht: pfff, nou nog 100 kilometer… Eigenlijk was ik er wel een beetje flauw van. Toen heb ik er wel zwaar over gedacht om te stoppen. Ik zat te wachten tot een trein voorbijreed, maar die rijdt helemaal niet in Bolsward. Dus ik dacht: dan maar door naar Harlingen.'
Schaatsers tussen het publiek in de Hel van '63
Schaatsers tussen het publiek in de Hel van '63 © Nijs, Jac. de/Anefo/Nationaal Archief
(update 12.45 uur)

Doorkomst in Hindeloopen, nog 123 kilometer

'Vanaf Hindeloopen naar Workum moesten we over het IJsselmeer heen. Het kanaaltje waar je normaal overheen moet, was dicht. Het was helemaal vol gesneeuwd. En het was daar zo smal dat ze met de sneeuw ook nergens heen konden. Er was geen beginnen aan. Toen is dat doorgestreept en moesten we buitenom. Dat was toch al gauw een kilometer of vijf. Het was glashelder, de zon schitterde op die sneeuwkristallen. Dat komt als een duvel op de ogen aan.’
Dat IJsselmeer is zo verrekte vlak, poeh…
Jaap Nienhuis
'We gingen dus over het IJsselmeer, maar wel met de opmerking erbij: zorg dat je de dijk een beetje in de gaten houdt. Anders kom je in Enkhuizen uit. Het was een spannend stukje. Het waaide daar op die vlakte. Normaal kom je altijd wel een boerderij of een schuur tegen, een rietwal of wat dan ook. Maar dat IJsselmeer is zo verrekte vlak, poeh…’
Schaatsers komen in de Elfstedentocht van '63 vanaf het IJsselmeer aan bij Workum
Schaatsers komen in de Elfstedentocht van '63 vanaf het IJsselmeer aan bij Workum © Nijs, Jac. de/Anefo/Nationaal Archief
(update 11.25 uur)

Was het ook echt een hel?

De tocht van '63 staat te boek als de zwaarste Elfstedentocht ooit. Vandaar die bijnaam: Hel van '63. ‘Dat woord hel is natuurlijk een beetje overdreven', zegt Nienhuis.
'Het was slecht rijden, er was veel sneeuw. Er lag een halve meter ijs. Het IJsselmeer zat dicht. Ik ben ook met mijn autootje over het Paterswoldsemeer en het Zuidlaardermeer gereden. We hadden in ’63 in maart en april nog steeds ijs in de sloot. Het dooide niet weg. Bij Noordpolderzijl moest het water eruit, maar dat ijs zat voor de sluisdeuren. Alles stond onder water hier. Het was een zooitje toen het dooide.’
Een groep schaatsers kluunt tijdens de Hel van '63
Een groep schaatsers kluunt tijdens de Hel van '63 © ANP

Kijk de Facebook live terug

Ook via Facebook kun je de avonturen van Nienhuis in Friesland volgen. Kijk hier de livebijdrage vanuit Harlingen terug.
(update 10.20 uur)

Doorkomst in Sloten, nog 160 kilometer

'In Sloten moet je eerst een stukje om de stad heen en weer terug, tegen de wind in. Dat is zo’n anderhalf, twee kilometer. Toen had ik voor het eerst in de gaten: verdikkemie, het waait harder dan ik dacht! Toen dacht ik al: verrek, dat valt tegen! Op den duur kom je dan in Stavoren en Hindeloopen, dan moet je de andere kant weer op. Dat ging nog redelijk schier.'

Video: een domme keuze in Sneek

Jaap Nienhuis gaf bij de passage in Sneek een deel van zijn kleren af, omdat hij het warm had. Daar kreeg hij later spijt van.
Hel van '63: Een domme keuze in Sneek
(update 08.00 uur)

Doorkomst in Sneek, nog 178 kilometer

‘Ik had het voor de wind aan en zat nog vol power. En ik was 27, dus gaf vol gas. Dan heb je geen last meer van kou. Toen heb ik in Sneek mijn das, handschoenen en pet afgegeven. Dat had ik niet moeten doen, maar goed… Daar heb ik een spijt van gehad! Zeker dat latere stuk met die noordoostenwind tot Dokkum, dat is nait best.'
Jaap Nienhuis toont zijn houtjes, waarmee hij de Hel van '63 reed
Jaap Nienhuis toont zijn houtjes, waarmee hij de Hel van '63 reed © Arie Hut/RTV Noord
(update 07.00 uur)

Op weg naar Sneek

‘De banen waren smal, want er lag allemaal sneeuw. En daar hadden ze een paadje in vrij gemaakt. Maar ik ben iemand met niet veel gang erop, die fanatiekelingen brullen dan: opzij, opzij. Dan kwam ik in de sneeuwduinen terecht en die anderen stoven me voorbij. Daar had ik gauw genoeg van. Zo ben ik in Sneek terechtgekomen.’
Het was fris weer, het was helder, maar verrekte koud
Jaap Nienhuis
(update 06.00 uur)

Leeuwarden, nog 200 kilometer te gaan

Na een korte nacht in de bruidssuite, wachtte het ontbijt in het hotel. ‘We zijn ’s morgens in de watten gelegd, kerel! Een gekookt eitje, een geklutst eitje. We werden echt als eregasten onthaald. Toen zijn we volgens mij met een taxi van het Oranje Hotel naar de startplek gegaan. Maar wie dat betaald heeft en hoe dat precies is gegaan, dat zijn dingen die ben je gewoon vergeten.’
Jaap Nienhuis voor het Oranje Hotel in Leeuwarden
Jaap Nienhuis voor het Oranje Hotel in Leeuwarden © Freya Haaijes/RTV Noord
Rond half vijf in de ochtend was Nienhuis bij de startplek, door hem beschreven als ‘de plek des onheils’. 'We konden met de eerste groep van duizend toerrijders mee. Eerst gingen de wedstrijdrijders, daar waren er zo’n vijfhonderd van. Het was fris weer, het was helder, maar verrekte koud. ’s Morgens vroeg stond er eigenlijk nog geen wind. En daar gingen we…’

Video: een nacht in de bruidssuite

Jaap Nienhuis praat in Leeuwarden met verslaggever Derk Bosscher over de nacht voor de tocht, die hij doorbracht in de bruidssuite van het Oranje Hotel.
Hel van '63: Een nacht in de bruidssuite

De dag voor vertrek

Voor Jaap Nienhuis begon het avontuur op vrijdag 18 januari 1963 al een dag van tevoren, tijdens de zoektocht naar een slaapplaats. Hij zou de tocht rijden met Gerben Posthumus, die familie in startplaats Leeuwarden had. Daar zouden ze wel een slaapplek kunnen krijgen, dacht hij. Het liep anders, want niemand had plek.
Deelnemers aan de Elfstedentocht van '63 op weg naar de start in Leeuwarden
Deelnemers aan de Elfstedentocht van '63 op weg naar de start in Leeuwarden © Nijs, Jac. de/Anefo/Nationaal Archief
Ze klopten aan bij het Oranje Hotel in Leeuwarden, tegenover het station. ‘Dat was een chique etablissement, boven mijn stand. Een luxe ding, ik ben helemaal geen hotelman. En hij al helemaal niet. Maar we moesten toch maar even kijken of we daar terecht konden. Toen bleek dat alles vol was, behalve de bruidssuite. Daar zijn we terechtgekomen. Dat is natuurlijk een mooi verhaal.’
Meer daarover lees je in dit verhaal, dat we dinsdagavond plaatsten