Het imago van Groningen verbeteren? Remkes: 'Wees dan eerst zelf trots'

Het Hoge der A
Het Hoge der A © Niels Knelis Meijer/Beeldbank Groningen
Groningers zijn de afgelopen twee jaar positiever gaan denken over onze provincie, terwijl mensen van buiten juist negatiever zijn geworden. Dat blijkt uit een imago-onderzoek in het kader van het Nationaal Programma Groningen.
De onderzoekers hebben in 2020 een nulmeting gedaan en vorig jaar opnieuw vragen gesteld over Groningen.

Het kon minder, maar ook beter

Inwoners zijn vooral positief over Groningen als plek om te studeren (rapportcijfer 8,4) en als plek om op te groeien (7,8). Het minst positief zijn ze over de kansen om te ondernemen (7,2) en een baan te vinden (7,1). Wel zijn ze op al deze aspecten positiever dan in 2020.
Dat geldt niet voor de onderwerpen oud worden en wonen, daarover werden ze iets minder positief.
Inwoners zijn overall iets positiever gestemd dan in 2020, maar naar de mening van de onderzoekers nog niet positief genoeg.
We zijn onvoldoende trots op onze eigen provincie en ons eigen kunnen
Johan Remkes
Voorzitter Johan Remkes van het Nationaal Programma Groningen: 'Ook extern imago staat of valt bij je eigen zelfbeeld, voor de uitstraling die je wilt hebben. Mijn adagium in het leven is: be good and tell it. Draag je positieve boodschap uit. Dat gebeurt soms nog onvoldoende. We zijn onvoldoende trots op onze eigen provincie en ons eigen kunnen.'
Johan Remkes
Johan Remkes © ANP

'Baankansen zijn niet best'

Niet-Groningers zijn in de twee jaar tussen de metingen negatiever geworden over onze provincie. Ze beoordelen allerlei aspecten van Groningen sowieso al lager dan inwoners zelf en de meeste scores zijn dus verder gedaald. Alleen studeren (6,6), cultuur (6,1) en recreatie (6,1) krijgen net een voldoende. De laagste rapportcijfers geven ze aan de onderdelen wonen (4,9) en een baan vinden (4,8).
Niet-Groningse bedrijven die gevraagd zijn naar het imago van onze provincie zijn ook negatiever geworden. Johan Remkes: 'Dat is niet wat je wilt en het is niet goed voor het vestigingsklimaat. Mij is ook opgevallen dat Groningen niet goed scoort op het arbeidsmarktperspectief. Dus daar ligt nog een stevige opdracht.'

Wat betekenen deze resultaten?

Vraag is wel wat al deze cijfers zeggen. De verschillen tussen de twee metingen zijn erg klein, erkent Economisch Geograaf Sierdjan Koster van de Rijksuniversiteit Groningen, die de onderzoeksmethode mede ontwikkelde. Toch levert het onderzoek volgens hem direct waardevolle informatie op, omdat zowel burgers als bedrijven zijn ondervraagd van zowel binnen als buiten de provincie.
'Je kan daardoor blootleggen dat wat voor de ene groep als positief geldt, voor de andere groep juist negatief is. Neem bijvoorbeeld ruimte: dat vinden inwoners misschien wel fijn, maar ondernemers willen juist reuring. Dit soort informatie kan je gebruiken in je beleid.'
Dit heb je niet van de ene op de andere dag veranderd
Johan Remkes
Volgens onderzoeker Koster wint het onderzoek de komende jaren aan belang. 'Het is vooral interessant om te kijken hoe dit zich de komende jaren verder ontwikkelt. Wellicht dat je over een jaar of vijf een trend ontdekt.'

Kom zelf maar kijken

Overigens zijn mensen van buiten wel positiever dan Groningers denken dat ze zijn. Daarnaast lijkt een bezoekje aan Groningen wonderen te doen, want als mensen in Groningen zijn geweest komen ze tot een gunstiger oordeel. Vooral over studeren, cultuur en recreatie zijn ze dan positiever. Toch hoeft dit niet te betekenen dat ze om zijn, zodra ze Groningen daadwerkelijk hebben gezien. Het kan ook zo zijn dat mensen die hier komen sowieso al gunstiger gestemd waren over onze provincie. Remkes: 'Want wie bezoekt nou een gebied waar hij een negatief beeld van heeft.'

Oordeel buurlanden niet bijster goed

Dit jaar hebben de onderzoekers ook Duitsers, Vlamingen en Noren gevraagd naar het imago van Groningen. Zij zijn minder positief dan Nederlanders die hier niet wonen, maar ook hier zie je een beter oordeel als ze hier daadwerkelijk zijn geweest. De hoop is dat ontwikkelingen als de ferry tussen de Eemshaven en Noorwegen daarbij helpen.

Elk jaar onderzoek

Om echte conclusies te kunnen trekken moet het onderzoek jaar na jaar plaatsvinden. Die gegevens belanden volgens Remkes vervolgens niet op de plank. 'Dan weet je dus ook waar je aan moet poetsen. Het simpele feit dat uit het onderzoek tevoorschijn komt dat er aan dat ondernemingsklimaat iets moet gebeuren, daar kun je wel iets aan doen. Dat is geen natuurverschijnsel.'
Een winstwaarschuwing heeft hij wel: 'Dit heb je niet van de ene op de andere dag veranderd. Dat is ook niet alleen een kwestie van Nationaal Programma Groningen, daar zullen de overheden ook een hele belangrijke bijdrage aan moeten leveren.'
De onderzoekers hebben het oordeel van 1800 Nederlanders opgetekend, waarvan ruim 400 Groningers en de rest niet-Groningers. Uit Duitsland, België en Noorwegen deden 2700 mensen mee.