Huismus opnieuw meest geziene vogel bij Tuinvogeltelling: 'Geeft een leuk, maar vertekend beeld'

Op geruime afstand volgen de koolmees (11.600 keer) en de pimpelmees (7.500 keer). In Noord-Nederland heeft alleen Friesland een iets andere top drie. De merel staat in die provincie op de derde plek met ruim 9.300 waarnemingen.

In onze provincie deden 4.713 mensen mee aan de Tuinvogeltelling. In Drenthe waren dit er zo'n honderd meer, Friesland had zo'n 5.500 deelnemers.

De huismus, die overal in Nederland op de ranglijst topt, wordt in andere provincies aanmerkelijk vaker gezien dan in Groningen. Alleen in Flevoland (15.000) en Zeeland (12.500) werd deze tuinvogel minder vaak doorgegeven. In Gelderland gebeurde dit ruim 70.000 keer, al had die provincie ook meer dan 300.000 deelnemers aan het vogeltelweekend.

Landelijk zijn er ruim 120.000 deelnemers die meer dan 1,5 miljoen vogels doorgaven. Dat aantal ligt volgens de organisatie aanzienlijk hoger dan in de jaren voor corona. 'Een teken dat vogels kijken steeds populairder wordt en mensen steeds meer begaan zijn met de vogels in hun tuin', zegt de Vogelbescherming.

Bioloog Rick Middelbos uit Groningen is positief over het enthousiasme dat het jaarlijkse telweekend met zich meebrengt. 'Het laat een bepaalde trend zien', stelt hij verheugd vast. 'Maar het leidt niet direct tot de meest waterdichte wetenschappelijke inzichten.'

Hij wijst bijvoorbeeld op de veel getelde huismus. 'Zijn dat er echt zoveel of denken mensen dat ze er één zien? Het kan ook een huismus zijn die door de straat vliegt en weer in dezelfde tuin terechtkomt.'

De uitslagen geven volgens Middelbos uiteindelijk een leuk beeld, 'maar wel vertekend'. 'Kijk bijvoorbeeld naar de groenling', wijst de vogelliefhebber op een van de interessante resultaten van de telling.

De vinkachtige vogel stond deze keer extra in de schijnwerpers, omdat zijn aanwezigheid al jaren afneemt, vooral in stedelijk gebied. In 2008 zagen tellers nog in ruim een kwart van de tuinen de groenling, nu in vijf procent van de getelde tuinen. Ook het aantal groenlingen per tuin nam behoorlijk af van 4,5 naar minder dan drie.

De afname zou verklaard kunnen worden door het ontbreken van struiken, waar groenlingen graag in broeden. Maar ook de ziekte het geel, die vaak via voederplekken wordt verspreid, lijkt een rol te spelen. 'Het gaat niet echt goed met de natuur, dus is het niet gek dat het aantal groenlingen afneemt', ziet Middelbos. Hij adviseert mensen met een tuin om die vooral groen te houden.

'Daar heeft niet alleen de groenling baat bij, maar álle tuinvogels. Een paar vierkante meter voor wat brandnetels zijn al genoeg om een nestje te voeden. Vogels hebben niet heel veel nodig', beweert Middelbos.

Huiseigenaren die al vergroenen, hoeven van hem niet alles netjes te houden. Een beetje 'verrommelen' ten gunste van de natuur, adviseert Middelbos. 'We moeten af van het idee dat alles aangeharkt moet zijn. Vogels leven van de natuur en niet van strooivoer dat ze aangereikt krijgen. Dus laat dode planten in de tuin ook eens liggen. Als je alles kaal maakt, haal je het voedsel weg.'