1 jaar oorlog: Groningers helpen Oekraïners: 'We moeten oog hebben voor elkaar'

‘Het heeft behoorlijk impact hoor. Ik heb zelf zes kleinkinderen en als je dat grut daar dan zag…’
Dick Potze uit Sellingen rijdt in maart 2022 met twee touringcarbussen vol hulpgoederen naar een opvangkamp voor Oekraïners in Polen. Op de terugweg nemen ze 44 vluchtelingen mee naar Groningen, die hier bij gastgezinnen onderdak vinden.
Vrijdag is het exact een jaar geleden dat Rusland Oekraïne binnenviel. Direct na het uitbreken van de oorlog, kwamen allerlei Groningers in actie. Van het inzamelen en brengen van hulpgoederen tot het in huis opvangen van vluchtelingen; allerlei acties werden op touw gezet. Met twee van deze Groningers kijken we terug.
'Natuurlijk ga je'
Waarom Dick Potze die kant opging? ‘Als je al die verschrikkingen ziet en al die vrouwen en kinderen die het land uit mochten en de mannen niet. Dat kon toch niet waar zijn? Ik heb met mijn vrouw overlegd en zij was er allang over uit: natuurlijk moet je gaan.’

Helpen waar je kan
Willemijn Kemp uit Haren begint op 28 februari, vier dagen na de Russische inval, met helpen en is nooit meer gestopt. Het start met een inzamelingsactie bij de voetbalclub. Kemp: ‘Toen hebben we zes auto’s vol spullen naar de Stichting Oekraïners in Nederland gebracht. We hebben het daar op de vrachtwagen geladen, die een uur later vertrok.’
Niet zo makkelijk
Terwijl Kemp vanuit Groningen verdere acties opzet, vertrekt Dick Potze zelf naar Polen met de ingezamelde hulpgoederen. Daar aangekomen is de lokale hulporganisatie overdonderd door de grote hoeveelheid. Ze kunnen het nauwelijks kwijt. Ook het mee terugnemen van vluchtelingen blijkt moeilijker dan gedacht. Terwijl er ruimte is voor meer dan honderd Oekraïners, zit de bus nog niet halfvol. De organisatie vergt meer tijd, maar die hebben de Groningers niet. Na het weekend moeten ze gewoon weer aan het werk.

Als ze op het station van Krakau op zoek gaan naar meer belangstellenden worden ze door de politie bijna als smokkelaars gezien. ‘We hadden graag meer mee willen hebben, dat was heel jammer. Maar we hebben er goed aan gedaan, we hebben deze mensen daar weg gekregen.’
We zijn allemaal gelijkwaardig en iedereen verdient een menselijke omgang
Sociale brigade
In Haren heeft Willemijn Kemp ondertussen een heleboel op touw gezet. Met ‘de sociale brigade’, een groep van zeventig betrokken burgers uit Haren en stad, springen ze op alle mogelijke manieren bij. Ze organiseren spelmiddagen voor kinderen, Nederlandse les voor volwassenen, charteren laptops en fietsen en helpen zelfs vijftig Oekraïners aan werk. Wekelijks is Kemp er zo’n acht uur aan kwijt. ‘Ik vind dat we in onze samenleving veel te veel aan het polariseren zijn, terwijl we juist oog moeten hebben voor een ander. We zijn allemaal gelijkwaardig en iedereen verdient een menselijke omgang. Daarom doe ik dit.’
Toch nog een keer
Potze beleeft een hectisch en intens weekend in Polen, maar komt uiteindelijk voldaan terug. Via de stichting Thuis voor Oekraïne krijgen de ruim veertig vluchtelingen een plek bij gastgezinnen. Lange tijd moet de rij-instructeur er niet aan denken nog eens terug te gaan. ‘Ik ben er nu ook niet meer dagelijks mee bezig. Maar als er nu een beroep op mij gedaan zou worden, zou ik zeker weer gaan.’