Minister: UMCG houdt kinderhartcentrum (update)

Een actie voor behoud van het kinderhartcentrum
Een actie voor behoud van het kinderhartcentrum © RTV Noord
De kogel is door de kerk: het UMCG behoudt zijn kinderhartcentrum. Dat laat minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid maandag weten in een brief aan de Tweede Kamer. Daarmee komt een einde aan een periode van ruim een jaar, waarin het UMCG gevochten heeft voor het voortbestaan van zijn centrum voor aangeboren hartafwijkingen.
Het andere ziekenhuis dat ook zijn kinderhartcentrum behoudt, is het Erasmus MC in Rotterdam. Eén voorbehoud: het gaat om een voorgenomen besluit. De Kamer heeft het laatste woord.

Nu nog vier umc's

De kinderhartchirurgie is tot nu toebedeeld aan vier academische ziekenhuizen. Naast het UMCG zijn dat het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, het Leids UMC en het UMC Utrecht. Omdat de kwaliteit van deze complexe zorg onder druk staat (zie kader onderaan), wil Kuipers (D66) het aantal centra voor aangeboren hartafwijkingen terugbrengen van vier naar twee.
Begin 2022 spreekt Kuipers zijn voorkeur uit voor Rotterdam en Utrecht, in navolging van zijn voorganger Hugo de Jonge (CDA). Daarbij zouden Groningen en Leiden dus buiten de boot vallen.
Dit voorgenomen besluit leidt tot een storm van protest in het UMCG-kamp. Niet alleen patiënten en hun familie, ook bestuurders en maatschappelijke organisaties in het Noorden steken hun ongenoegen niet onder stoelen of banken. Een petitie voor het behoud van de kinderhartchirurgie in het UMCG levert meer dan een kwart miljoen steunbetuigingen op.

Impactanalyse

Ook de Tweede Kamer legt zich niet zomaar neer bij het aanvankelijke besluit van Kuipers. De minister ziet zich gedwongen de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) te vragen de gevolgen van de concentratie voor alle betrokken umc's in kaart te brengen. Het rapport van de NZA is eind december gereed.
Eén van de conclusies in deze zogeheten 'impactanalyse' luidt dat sluiting van het kinderhartcentrum van het UMCG tot onevenredig grote nadelen leidt voor de academisch medische zorg in Noord en Oost-Nederland. Het UMCG ziet zijn gelijk in het NZa-rapport bevestigd.
Daarnaast adviseert de NZa de minister niet overhaast te werk te gaan en eerst een breder plan op te stellen voor de concentratie van (hoog-)complexe zorgspecialismen met een laag volume. Oftewel: ingewikkelde, kostbare medische behandelingen voor een relatief laag aantal patiënten. Zoals operaties bij patiënten met een aangeboren hartafwijking.

Minister negeerde NZa-advies

De zaak krijgt begin dit jaar een nieuwe wending. Kuipers laat dan weten het NZa-advies te negeren. Na dertig jaar oeverloze discussies over de concentratie van de kinderhartchirurgie wil hij nu doorpakken. Kuipers geeft daarom de betrokken academische ziekenhuizen tot 15 februari de tijd om aan te geven of ze kans zien er onderling uit te komen. Vorige week werd duidelijk dat ze het opnieuw niet eens konden worden. En dus lag de bal weer bij Kuipers.
In zijn brief van 16 januari dit jaar aan de Tweede Kamer valt tussen de regels door te lezen dat de voorkeur van Kuipers nog steeds uit gaat naar Rotterdam en Utrecht. Maar hij heeft dus toch anders besloten.
Uit de NZa-analyse komt het Erasmus MC Rotterdam duidelijk naar voren als grootste en meest gespecialiseerde ziekenhuis, aldus Kuipers. 'Maar het NZa-rapport zegt ook: let dan ook op regionale spreiding. Zodoende is de keus gevallen op het UMCG', zegt de minister tegen Radio Noord.

Winstwaarschuwing

Volgens Kuipers was het geen eenvoudige beslissing. ‘De discussie loopt al dertig jaar. Na december ben ik in gesprek gegaan met onder anderen hartchirurgen, artsen, ouders, patiëntenverenigingen en UMCG-bestuurders. Dat gaf mij de mogelijkheid om er op de achterhand goed over na te denken.’
De komende 2,5 jaar is er sprake van een ‘overgangsperiode’, zegt de minister. ‘Dan verandert er nog niets. Dit besluit kan ook betekenen dat andere vormen van zorg uit Groningen moeten verdwijnen, daar gaan we de komende tijd naar kijken. Want in het huidige zorglandschap is het ondoenlijk om alle zorg en alle complexe operaties in alle delen van Nederland te behouden.’
‘We moeten niet blijven steken in het belang van de eigen organisatie, want dan kan het zijn dat we het belang van de patiënt uit het oog verliezen’, verduidelijkt Kuipers.
Heeft de lobby vanuit het Noorden nog een rol gespeeld? ‘Ik heb het afgelopen jaar heel veel brieven, acties en dergelijke vanuit elk centrum gekregen, dus als ik daar op af zou moeten gaan…', zegt Kuipers. 'Het gaat om de kinderen en volwassenen met een aangeboren hartafwijking en hun familieleden.’
Dertig jaar discussie
De discussie over de toekomst van de kinderhartchirurgie in ons land wordt sinds de jaren negentig gevoerd. De kwestie kwam in 2021 in een stroomversnelling toen de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) alarm sloeg. Volgens de IGJ is het de hoogste tijd om in te grijpen nadat achtereenvolgende kabinetten het dossier op de lange baan schoven.

Concentratie is nodig

Dat hangt samen met het relatief beperkt aantal complexe operaties dat bij kinderen en volwassen met een aangeboren hartafwijking wordt uitgevoerd. Jaarlijks zijn dat zo’n 1400, onder wie ongeveer tweehonderd pasgeboren baby’s.

Dat aantal operaties is eigenlijk te weinig om de huidige vier centra voor aangeboren hartafwijkingen in stand te houden. Bovendien is er in ons land maar een dozijn chirurgen met dit specialisme. Concentratie is daarom nodig. Daar is vrijwel iedereen het over eens, maar daar houdt de eensgezindheid wel op.

Update: aan dit artikel hebben we de brief van minister Kuipers aan de Tweede Kamer en zijn toelichting op Radio Noord toegevoegd.