Door de mand: Kees Vlietstra loopt een blauwtje

‘Met Billy’. ‘Ja, moi Billy, met Kees. Moet je luisteren, wij zitten in de bus terug naar Groningen en we gaan zo nog even naar de kantine voor een klein feestje. Een afterparty zeg maar. Alles erop en eraan. We willen ook een zangertje. Kan je een paar nummertjes komen zingen?’
‘Nou, daar vraag je me wat Keessie', antwoordt Billy. ‘Ik heb het hartstikke druk man. Wanneer is dat feestje?’
‘Wacht eem Billy, ik vraag de buschauffeur hoe lang nog.’ Henkie de buschauffeur steekt twee vingers naar me op. ‘Over een uurtje zijn we in Stad, Billy.’ Henkie kijkt hoofdschuddend naar de snelweg. Aan de andere kant van de lijn is Billy ook even stil. ‘Even kijken in de agenda hoor', begint Billy. Ik hoor wat geblader op de achtergrond. ‘Nou, je hebt mazzel. Ik krijg net een annulerinkje binnen. Ben er over twee uur oké?’ ‘Mooi Billy. Tot zo.’
Een zangertje ter opluistering van een feestje in de kantine van een sportvereniging. Een zwaar onderbelicht onderdeel van de cultuur van zo’n sportvereniging. Zo’n zangertje bepaalt de sfeer, de cultuur en dus de verhalen van die club. Zanger Billy was jarenlang onze huiszanger bij mijn geliefde korfbalclub Nic. Moest dit weekend regelmatig aan zanger Billy denken.
Iets anders. Het was afgelopen week precies 25 jaar geleden dat Timmertje Timmertje tweemaal goud won op de Olympische Spelen van Nagano. En dat hebben we geweten. De landelijke en uiteraard onze regionale media maakten daar prachtige verhalen, reconstructies en emo verhalen over.
Het AD: 'Als tweevoudig olympisch kampioen veranderde het leven van Timmer van de ene op de andere dag compleet. Haar terugkeer op Nederlandse bodem was ronduit surrealistisch te noemen. 'Schiphol stond volledig vol met mensen die helemaal in extase waren. Ze wilden knuffelen, mij aanraken en stonden met spandoeken te zingen en te juichen. Sommigen waren zelfs aan het huilen van blijdschap. Ik wist echt niet wat me allemaal overkwam.'
Ze kreeg de gekste cadeaus. Een schaap en een parkiet. Een pony en een passiebloem kregen haar naam. Ze kreeg tekeningen, kaarten en brieven. Liefdesbrieven ook trouwens. Want half Nederland leek wel verliefd op haar. 'Je krijgt allemaal bijzondere mensen, maar ook gekken achter je aan. Ik had hijgers aan de telefoon.'
Hier moet ik even met de billen bloot. Ook ik heb Marianne gestalkt. Was wel indirect en via dit medium, maar toch. Heb in een column van jaren geleden Marianne opgevoerd in een fictief liefdesverhaal van halverwege de jaren 80. Na plaatsing bleef het angstvallig stil vanuit Marianne naar mij toe.
Een paar weken later werd ik tijdens het Nationale Coach Congres door oud-profscheidsrechter Mario van der Ende aan de grote Marianne Timmer voorgesteld. Marianne was druk in gesprek met hockeycoach Marc Lammers. Die baalde zichtbaar toen Marianne me glimlachend begroette. Ik gaf drie zoenen aan de Sappemeerster waarna Marc als een volleerd autoverkoper weer de aandacht van mijn Marianne opeiste door vol in te zetten op zijn uitvinding, de krulstick. Glimlachend reed ik naar Groningen.
Zaterdag 18.45 uur, Euroborg, FC Groningen-FC Emmen. De enige FC Groningen speler die begrijpt wat het betekent om degradatievoetbal te spelen gaat er met rood af, Mike te Wierik. Vooraf moest ik glimlachen om een tweet van een andere oud-FC Groningen-werknemer Bas Kammenga: 'Gözübüyük en Määttä hebben samen nu nog meer puntjes dan FC Groningen.'
Na afloop vloekend over zoveel onkunde en gebrek aan absolute wil als een speer op de fiets naar de kantine in Engelbert. Voor een feestje met een zangertje. Voor iets meer levensgeluk. Na afloop van de bekerwedstrijd Engelbert-Blauw Wit’34 had de thuisclub een zangertje geregeld. Jodelkoningin Jopie Vogelvang. Haar hit Hemelbed Polka is sinds twee jaar geadopteerd als clublied en verbasterd tot Engelberter Polka. De contractonderhandelingen met de manager van Jopie waren al een voorbode voor een memorabel optreden. Manager: ‘U moet weten dat mevrouw Vogelvang al behoorlijk op leeftijd is en kort van geheugen.’ Engelbert: ‘Dat komt goed uit. Kan ze mooi vier keer hetzelfde nummer zingen.’
De 78-jarige Jopie was in topvorm. Zeker honderd man vormden één deinende zwetende swingende polka-en pogogroep. Heb zelf ook een rondje meegepolkaat. Werd zeker drieëntwintig keer op mijn poten geschopt door de Engelberter jeugd. Vonden ze leuk.
Aan de rand van de dansvloer wreef ik over mijn schenen en moest ineens weer aan mijn Marianne Timmer denken. 1987. We stonden aan de rand van de dansvloer in discotheek 't Pierement in Sappemeer. Ik had al een paar keer oogcontact gehad met een mooi blond meisje. Ze glimlachte naar me. Toch durfde ik haar niet aan te spreken. Ik was een groentje en bang voor een blauwtje. Mijn vriend Jampie had daar geen last van. Die lulde tegen alle meisjes. Of ze wel wat wilden drinken. Meestal namen ze een 'bessen'. Even later stond hij met ze te bekken. Jaloers zag ik dat aan.
Opeens stond het blonde meisje voor me. Het was druk in de discotheek. Ze stond op mijn voet. Ons eerste lichamelijke contact. Dit was mijn kans. Ik boog voorover en fluisterde in haar oor of ze dacht dat ik een pedaalemmer was. Ze keek me een beetje dom aan. 'Pedaalemmer? Huh?' Ze rook naar rook en zweet. 'Ja,' zei ik. 'Pedaalemmer. Als jij op mijn pedaal gaat staan dan gaat mijn mond open.' Blondie keek of ze het in het Foxhol hoorde donderen. 'Hoi,' ging ik verder. 'Ik ben Kees en je staat al een tijdje op mijn voet. Wil je een bessen?'
Snel keek ze naar onze voeten. Ze trok mijn hoofd naar haar toe. Even dacht ik dat ze me wild wilde zoenen. Mijn eerste keer. Ik deed mijn mond al een beetje open. Dat zag ik Jampie ook altijd doen. Maar haar mond ging niet naar de mijne maar richting mijn oor. Blondie schreeuwde: 'Most hom der mor nait onder schoeben.’