Column: Het sigarenvrouwtje uit Haren

© RTV Noord
Stralend van zelfvertrouwen ging ze naast me zitten in de kleine Cityhopper. In een dichte wolk van bloemig parfum en verschraalde rooklucht stifte ze haar gerimpelde lippen en sloeg ze zelfverzekerd de Avenue open.
Minzaam keek ze het toestel in en wenkte de stewardess. Ze vroeg of ze ook een krant kon krijgen. Dat kon altijd in de businessclass maar aangezien die op deze vlucht niet werd aangeboden... Vriendelijk kwam de stewardess terug met een NRC in de hand, die de dame zodanig opensloeg dat de linkerpagina op mijn schoot kwam te liggen. Het kon haar zichtbaar niks schelen.
Ik had haar inmiddels herkend. Het sigarenvrouwtje uit Haren. Ze stond in de jaren '80 in een tabakszaak sigaartjes en staatsloten te verkopen. Met een poedel op haar arm en een Belinda Menthol in haar mondhoek. Ze was na al die jaren ouder geworden, maar niet minder chique. Het haar was grijzer, de grauwe huid wat ingezakt maar haar stijl had ze duidelijk gehouden. Ik herkende haar aan de doorrookte lage piepende stem, en haar Groningse accent. Terwijl de stewardess de veiligheidsinstructies demonstreerde en de piloot het vliegtuig naar de startbaan taxiede, begon ik nieuwsgierig wat vragen te stellen. Ik had haar in al die jaren nauwelijks gesproken als ik bij haar mijn Gauloises afrekende. Ze antwoordde kort, bijna onverstaanbaar. En ik merkte dat haar ontspannen gezicht met de minuut wat strakker kwam te staan. Ze slikte bij ieder woord, viel me op.
Aan het begin van de startbaan was haar blik inmiddels van de krant naar het gangpad gegleden. En daar bleef hij op gericht, nadat ze de NRC onhandig had opgevouwen en in het vakje onder haar klaptafel had gepropt. Terwijl de motoren ons op vol vermogen langzaam de lucht in loeiden, greep ze zich met haar roodgelakte nagels vast aan de stoel voor haar, als een kat aan een boom. Terwijl ze haar perfect gekapte grijsblonde hoofd voorover boog en iets vaags als 'hoe lang nog, hoe lang nog' begon te prevelen, probeerde ze hyperventilerend controle over haar piepende adem te krijgen. Bij elke beweging rinkelden haar kettingen en armbanden ritmisch mee.
Na het eerste gongetje (signaal voor de stewardess om alvast op te staan en te beginnen met de catering) leek ze zich wat te ontspannen. Waarschijnlijk vol schaamte ontweek ze mijn blik. Ik begon zacht in haar oor te vertellen dat ik ook jaren vliegangst had gehad maar 'm door alle vluchten uiteindelijk gewoon ben kwijtgeraakt. Dat zo'n vliegtuig duizend kilometer per uur gaat en dat als 'ie naar negenhonderd afremt het lijkt alsof je valt. Dat een bocht nemen in een flinke hoek moet gebeuren. Dat er duizenden piloten en stewardesses jarenlang elke dag vliegen zonder dat er iets gebeurt en dan gewoon met pensioen gaan.
Het waren bezweringen waarmee ik mezelf jaren lang door m'n angstzweet had geloodst op kilometers eenzame hoogte. Verbouwereerd keek ze me aan en sloot haar ogen. En die bleven gesloten wanneer het kon. Als ze haar ogen opendeed was het om witte wijn te bestellen (die als limonade in één teug door haar keel gleed) en om op haar horloge te kijken. Nog 33 minuten en dan zouden we aan de grond staan. Nog 29 minuten. Nog 24. Nog 16.
Bij Genua maakte het vliegtuig zoals altijd rare rakelingse bochten langs de Apennijnen om op het vliegveld midden op zee te kunnen landen. Ik genoot van het uitzicht op de kust en de stad terwijl de piloot de 'flaps' uitdraaide om flink vaart te minderen. De landing was nogal onrustig. Het vliegtuig maakte rare zwiepers, de piloot remde en gaf weer gas, alles draaide en hobbelde. Plotseling voelde ik haar hand tegen de mijne. Nat en koud. Een angsthand. Geruststellend klopte ik op de rug ervan en fluisterde 'bijna beneden.'
In de aankomsthal stonden Roberto en zijn vader me op te wachten. We omhelsden elkaar totdat ik plotseling het getik van een vingernagel op mijn schouder voelde. Daar stond ze, met een peuk tussen haar gestifte lippen. 'Moi mien laiverd. Ik heb gain vlaigangst. Nooit had ook. Ik had allineg enorme zin in ain lekker stinkstokje' zei ze met haar mannenstem, nam een flinke trek van haar Belinda en stapte lachend de aankomsthal uit.

Marc Wiers

Marc is altied onderwegens tussen Genua (Italië), Straatsburg (Frankrijk) en Groningen. Wat hij onderweg tegenkomt vertelt hij hier elke maandag. Volg Marc op Twitter