Column: Take her home
Column: Take her home
Als ik wakker word weet ik even niet waar ik ben. Het is pikkedonker en ik lig in een vreemd bed. Buiten tsjilpt een vogel met decibels die de geluidsnorm in Nederland ver overschrijdt. Dan weet ik het weer. Ik ben op Lanzarote.
Ik lig in het bed van hotel Sandos Papagayo in Playa Blanca, het zuidelijkste puntje van het Canarisch vulkaaneiland.
Het is woensdagmorgen. Lientje ligt naast me. Aan haar ademhaling te horen slaapt ze als een roos. De vogel op het balkon, die op een mus lijkt had ik de avond ervoor geconstateerd, krijgt haar niet wakker. In het ritme van het getsjilp hoor ik een opzwepende flamenco. Ik pak de iPad van het nachtkastje en zie dat het bij achten is. De ondoordringbare gordijnen maken dat het nog nacht is.
Collega-Noordman Wiebe is al druk in de weer geweest op de Facebookpagina van de Noordmannen, zie ik op het schermpje. Zondag gaan we naar Pekel. Onze uitzending staat in het teken van de Ro-d-Ys. Het is precies vijftig jaar geleden dat 'Take her Home' van Gronings grootste popband de Top 40 binnenstormde.
Harry Rijnbergen en Wigger Kenter, de twee nog levende bandleden, komen ook. Da's toch geweldig, denk ik. Dat ik daar zo maar bij mag zijn. 'Wat zijn jouw herinneringen aan de jaren zestig en de Ro-d-Ys?' vraagt Wiebe aan de Facebookers. En dus ook aan mij. Tja, vijftig jaar geleden werd ik geboren. Weinig herinnering aan de jaren zestig. En aan de Ro-d-Ys? Die heb ik nooit zien optreden.
In mijn jeugd ik ging naar Just Fancy aan de Beersterstaat in Winschoten. De bar-dancing was van Ro-d-Y-s gitarist Joop Hulzebos. En - hoe mooi - vernoemd naar de tweede grote hit van de band. De bar-dancing is al lang niet meer. Het is nu een hip stadsparkje met een paadje, een bankje en een grasveldje in Winschotens oudste wijk.
Veel verder gaat mijn herinnering niet. Of het moet al het meisje zijn dat ik op de fiets naar huis bracht na een avondje stappen. Zij was met een kluit jongens uit Pekel maar die ging weg en wij bleven met z'n tweeën achter. 'Ik bring die wel eem thoes', zei ik galant en met bijgedachten. Dat 'thoes' bleek Pekela te zijn. Niet zo maar Pekela. Nee, diep in 't veld. Op de fiets, ik voorop, zij op de 'pakjedrager', floot ik spontaan Take her Home van de Ro-d-Ys. Het fluitje was een schot in de roos.
Zij was ergens familie van Bennie Groen, de drummer van de band. In Pekel stuurde ze me een oneindig lange weg op. Na een 'bedankt' en een zoen op mijn wang aanvaardde ik lichtelijk chagrijnig de terugweg. Dat was nog een feestje bij mijn gemoed na het einde van de terugreis.
Eerst begon de wind - nu tegen - op te steken. Daarna ging het regenen dat overging in een enorme hagelbui . Stenen zo groot 'as doeveaaier'. Vervolgens werd ik op de Emergoweg naar mijn dorp de berm ingereden door een auto die langs scheerde. Via de berm belandde ik op de kop in de sloot. Vast in mijn fiets.
Het was al licht toen ik sjompenat en onder de joepe thuiskwam en ook nog een uitbrander van mijn ongeruste moeder kreeg omdat ik veel te laat thuis was. Ik fluit sindsdien nooit meer Take her Home.
Als we de koffer in hebben gepakt, gaan we nog even bij het zwembad liggen. Lientje wil nog even de laatste zonnestralen meepakken voordat we in het vliegtuig terug naar huis instappen. De zon staat aan een strakblauwe hemel. Alle bedjes aan het zwembad zijn bezet. Tenminste overal hangt een handdoek over, vastgemaakt met twee reuzewasknijpers. De eigenaren zijn in geen velden of wegen te zien. Lientje vindt ergens achterin toch nog twee handdoekloze zonnebedjes.
Ik kom vlak naast een man te zitten. Het bedje aan de andere kant van hem is alleen gevuld met een blauwe handdoek. Hij is mager en al behoorlijk op leeftijd. De man is vuurrood over zijn hele lichaam. Zijn gezicht is nog roder en gegroefd van veel drank en sigaretten. Op zijn hoofd prijkt op zijn dunne witte haar een ultramoderne draadloze koptelefoon. Van die dingen die die voetballers op hun hoofd hebben als ze met een uitgestreken gezicht de bus in stappen voor en na de wedstrijd.
Het ding is metallic met spierwitte oorschelpen. Als een vlag op een modderschuit, denk ik. Ik herken hem als de man die om tien uur bij het ontbijt al aan de bier zit. Hij knikt vriendelijk naar me met vermoeide ogen. Dan zet hij de koptelefoon af om onder het bedje naast hem een tas te pakken.
Uit de oorschelpen komt het geluid van een wel heel bekend nummer. Ik geloof mijn eigen oren niet. Take her Home. Echt waar. Take her Home. De man naast mij keert terug op zijn bedje met een 'shagpuut' in de hand. Ik staar hem vol ongeloof aan. 'What's up mate', zegt hij in vriendelijk cockney Engels en haalt een vloeitje en een hompje shag uit de shagpuut.
'It's the song on your headphone...' begin ik. 'Aaah de Ro-d-Ys. Fucking great band man from the Piekel in North of Holland... 'Ik heb het idee dat ik in candid camera zit. Nog geen half uur geleden lees ik iets over de Ro-d-Ys en nu zit hier een Engelsman dezelfde band te lauweren of het de gewoonste zaak van de wereld is.
'It's the song on your headphone...' begin ik. 'Aaah de Ro-d-Ys. Fucking great band man from the Piekel in North of Holland... 'Ik heb het idee dat ik in candid camera zit. Nog geen half uur geleden lees ik iets over de Ro-d-Ys en nu zit hier een Engelsman dezelfde band te lauweren of het de gewoonste zaak van de wereld is.
De man vertelt zijn verhaal. Vijftig jaar geleden was hij matroos op een schip. Op de coaster stond de radio altijd op zeezender Radio Veronica. Waar Take her Home tussen The Kinks, de Beatles en Sandy Shaw grijsgedraaid werd. 'All my mates on board, whistled it'. Ze floten het allemaal.
Ook had hij door het liedje zijn vrouw ontmoet. In een nachtclub in Newcastle was hij verliefd op haar worden. Maar hij durfde niet naar haar toe te stappen. Toen dacht hij aan zijn favoriete liedje 'Take her Home'. 'And so I married my Suzy...'
Als ik hem vertel dat ik de twee levende bandleden zondag ontmoet is hij de man die flabbergasted is. 'You're fucking kidding'. Ik heb het gevoel dat hij me wil omhelzen. Dan komt er uit het zwembad een enorme vrouw met een nog veel grotere voorgevel. Druipend van het zwembadwater belandt ze half vallend op het zonnebed. Zij is twee keer zo groot als de man naast haar.
'I'm a fucking lucky bastard', zegt Mikey
Ik weet niet of hij het nu meent of niet. Vragen doe ik het niet. Nadat we zijn voorgesteld en hij het verhaal aan zijn Suzy heeft verteld, lig ik rustig een boekje te lezen. Mikey luistert weer muziek en lurkt aan z'n shagje. Boven ons hoofd in een palm tsjilpt een vogel de flamenco. Ik kijk geërgerd naar boven.
Mikey blaast ontspannen de rook van zijn shagje langzaam de warme lucht in, haalt dan een oorschelp van zijn oor en zegt met een knipoog. 'It's a only Spanish sparrow'.
Erik Hulsegge
Ik heb het thuis nog even nagekeken. De Spaanse mus bestaat echt.