Wanneer de mens is gaan praten is onzeker, omdat spraak nu eenmaal geen sporen achterlaat. ‘Maar’, zegt Brouwer, ‘we weten wel dat je voor spraak een soort hoefijzervormig tongbotje nodig hebt. Die heeft de mens in elk geval al vierhonderd- à vijfhonderdduizend jaar. Dat weten we uit archeologisch onderzoek. Onze verre voorouders hadden dat botje niet en apen ook niet.’